teksten voor uitvaarten, map Tom Flamez
15 februari, 2014
Welkom
Welkom op deze blog met teksten rond afscheid en uitvaart.Ze werden her en der gesprokkeld.
In eerbied voor het leven van de overledene,
voor het verdriet van wie achterblijven,
klinkt in de teksten de christelijke boodschap door
als een Woord dat richting geeft.
Als deze boodschap maar zijn weg vindt
naar allen die op zoek zijn naar troost en houvast.
teksten rond afscheid en rouw (1)
1. WIEGELIED VOOR DE
DODE
In
paradisum deducant te angeli:
de
engelen, zij mogen je begeleidennaar het paradijs.
Onze
vaders en moeders zongen het
als
een wiegelied voor hun doden.Kon ik hun lied nog maar zingen,
mijn lied is een schamele bede.
Wat hoop ik vurig
dat jij niet alleen zult zijn
aan de andere kant
waar wij niet kunnen komen.
Wat
hoop ik vurig
dat
engelen bestaanen jou opvangen
zoals koesterende moeders
hun pasgeboren kind.
Wat hoop ik vurig
dat zij je naar het land zullen dragen
van onze mensendromen,
dat daar de anderen zijn
die ons zijn voorgegaan:
de geliefden, de vaders, de moeders.
Wat
hoop ik vurig
dat
jij daar wordt bemind,dat je ginds rust zult vinden
geluk en licht en liefde
een stralend nieuw begin.
2. DE DOOD IS LEVEN GEWORDEN
waarin jij nu bent.
Dat ontgaat ons
zoals jij ons ontgaan bent,
onverbiddelijk, onstuitbaar.
Voor ons de leegte,
voor jou de volheid,
voor ons de stiltetranen,
voor jou het vreugdelachen.
Het verhaal van jouw leven is dood,
het verhaal van jouw dood
is leven geworden
volop, daar aan de overkant,
waar de zon vriendelijk
de maan overbodig maakt
en de dag voorgoed de nacht
heeft weggelachen,
omdat jij in licht moet zijn
dat ons ontgaat.
3. ZOEKEN
voelen we hoe dat diepe emoties op kan roepen
en vele vragen naar de zin van leven en dood.
We kunnen worden overvallen door gevoelens van onmacht
en boosheid om het onaanvaardbare dat ons overkomt.
Diepe
twijfels kunnen ons geloof en vertrouwen
aan
het wankelen brengen.Dan kan het gebeuren dat we vastlopen
in een pijnlijk ongeloof.
Sommigen ervaren dat lijden soms ook kracht kan geven
om te groeien.
Ze voelen zich gesterkt door hun vertrouwen in een Opperwezen.
Zo proberen we allemaal, zoals we hier bijeen zijn,
een plaats te geven aan onze ervaringen
en te leven met onze pijn en onze vragen rond leven en dood.
Zo
was het ook met deze lieve mens,
die
we vandaag, onherroepelijkmoeten toevertrouwen aan de stilte van de Eeuwigheid.
Maar we willen hem/haar pas laten gaan
nadat we zijn/haar lijden en worstelen
respectvol hebben herdacht
en daarmee ook zijn/haar leven hebben recht gedaan.
4. MIJMERINGEN BIJ HET EINDE VAN HET LEVEN VAN EEN MAN
neemt zijn beeld
bezit van mijn herinneringen.
Alles wat geweest is, gebeurd is:
de bergen en de dalen
het licht en het donker
van zijn leven
legt beslag op mijn gedachten.
De
ogenblikken
waarop
wij elkaar ontmoettenen samen waren
zij zullen niet meer onbeschreven terugkeren;
zij laten ons achter
met de herinneringen
die ons aankijken,
blijvend tot het einde toe:
onveranderlijk,
er is geen weg meer terug.
Zoals
het gegaan is tussen ons,
zo
is het gegaan;niemand die daar nog iets
aan veranderen kan.
Er
is begin en er is einde.
Daar
tussenin kunnen we vijanden wordenof vrienden,
we kunnen vervreemden,
we kunnen elkaar naderen.
Maar wij mensen van de dag,
wat kunnen wij ervan weten ?
Want
liefde, echte liefde
heeft
langere tijd nodig om te groeiendan een mens duurt.
Want liefde, onze liefde
verdampt als water in de zon
als God haar niet bewaart.
5. MIJMERINGEN BIJ HET EINDE VAN HET LEVEN VAN EEN VROUW
neemt haar beeld
bezit van mijn herinneringen.
Alles wat geweest is, gebeurd is:
de bergen en de dalen
het licht en het donker
van haar leven
legt beslag op mijn gedachten.
De
ogenblikken
waarop
wij elkaar ontmoettenen samen waren
zij zullen niet meer onbeschreven terugkeren;
zij laten ons achter
met de herinneringen
die ons aankijken,
blijvend
tot het einde toe:
onveranderlijk,
er is geen weg meer terug.
Zoals het gegaan is tussen ons,
zo is het gegaan;
niemand die daar nog iets
aan veranderen kan.
Er
is begin en er is einde.
Daar
tussenin kunnen we vijanden wordenof vrienden,
we kunnen vervreemden,
we kunnen elkaar naderen.
Maar wij mensen van de dag,
wat kunnen wij ervan weten?
Want
liefde, echte liefde
heeft
langere tijd nodig om te groeiendan een mens duurt.
Want liefde, onze liefde
verdampt als water in de zon
als God haar niet bewaart.
6. EEN WITTE ROOS
warmte wordt kilte,
diepe kilte als van de dood
en lachen wordt stilte,
echo van vragen
dat geen antwoord vindt.
Maar een mensennaam
kan niet vergaan,
niet verzinken in oneindig niets.
Jouw
naam
heeft
klank en toon gezetvan hoe de jouwen verdergaan.
In gemis,
maar ook in vertrouwen
dat leven léven wordt
als er maar genoten wordt,
gevochten en geknokt,
geliefd en gelachen.
Zo wordt jou naam
een witte roos aan ons hart,
bloeiend voor altijd,
geurig en welriekend,
maar ook doornig stekend,
want jij bent er niet
als wij jou roepen;
en ons zoeken
zal nooit vinden worden,
geen samen lachen en geen raken meer.
Maar
in de stilte
zul
jij bloeien aan ons hartals schitterende herinnering,
levend, tegen alle weerwil in.
Neen,
vergeten zullen wij jou niet.
Wees
gerust,rust maar zacht
rust in vrede...
7. VERDRIET
Verdriet is als een boom in de winter:
verhard en zwart wijzen zijn takken
als verwijtende vingers naar de hemel
“voor mij hoeft het niet meer”.
“Laat
mij staan waar ik sta
het
mag vriezen, het mag dooienhet mag hagelen en sneeuwen
het mag stormen en waaien
het doet me niets
het valt in het niet
bij mijn verdriet.”
Zo
stond de boom in het winterse land.
De
storm brak hem nietde wind deed hem niet wiegen
en de regen gleed af langs loodzware stam.
“Voor mij hoeft het niet meer. Ik ben er niet”.
Maar
onder het zwart van die sombere bast
daar
gonsde en gistte hetkrioelde en kriebelde het
daar klopte en bloedde het
de winter lang.
Hij boog niet maar barstte
barstte uit
in duizend knoppen
of hij wilde of niet.
8. DENKEND AAN HEM
hijzelf is weg geëbt
ja, het is werkelijk eb.
Het leven teruggeweken
in stilte voor de vloed,
de overvloed van leven
die zachtjes aan komt wellen
en de geliefde meedraagt
naar zeeën van genade,
een oceaan van vrede,
van leven gevend water
dat door de schepping heen stroomt
en alle mensen meevoert
van allerdiepste diepten
tot in het grote ZIJN
en daar zal hij gaan leven
voorgoed geliefd -geborgen -
en in het volle licht.
Hij zal nu alles weten,
zien hoe we zijn verbonden
tot in de kleinste vezels
en zinvol blijkt het leven
ja zinvol zelfs de dood.
Nu kan hij met zijn liefde
ons allemaal omvatten.
Zijn grenzen zijn weggevallen
de pijn heeft hij achter zich gelaten
nu is hij vol leven voor altijd.
9. DENKEND AAN HAAR
zijzelf is weg geëbt
ja, het is werkelijk eb.
Het leven teruggeweken
in stilte voor de vloed,
de overvloed van leven
die zachtjes aan komt wellen
en de geliefde meedraagt
naar zeeën van genade,
een oceaan van vrede,
van leven gevend water
dat door de schepping heen stroomt
en alle mensen meevoert
van aller diepste diepten
tot in het grote ZIJN
en daar zal zij gaan leven
voorgoed geliefd - geborgen -
en in het volle licht.
Ze
zal nu alles weten,
zien
hoe we zijn verbondentot in de kleinste vezels
en zinvol blijkt het leven
ja zinvol zelfs de dood.
Nu kan ze met haar liefde
ons allemaal omvatten.
Haar grenzen zijn weggevallen
de pijn heeft zij achter zich gelaten
nu is zij vol leven voor altijd.
10. KOSMOS
en kosmos ademt jou.
Grenzeloos,
geen beperkingen meer,
het lieve leven achter je gelaten,
ben jij de vrede gaan begroeten
die alleen
aan de overzijde kan bestaan.
Als
al het liefs en goeds van jou
nog
maar de schaduw wasvan wat is waar jij nu bent,
hoe ongebroken heel
aan de dood voorbij
zal daar dan leven zijn
voor jou.
11. WAT KOMEN ZAL
de stoet voorbij is, de schuifelende voeten
dan voel ik dat er een diepe stilte komt
en in die stilte zal ik je ontmoeten
en telkens weer zal ik je tegenkomen.
We zeggen veel te gauw: het is voorbij.
De
dood heeft alleen je lichaam weggenomen,
niet
wie je was en ook niet wat je zei;ik zal nog altijd grapjes met je maken.
We zullen samen door het landschap gaan.
Nu je mijn handen niet meer aan kunt raken
raakt je mijn hart nog duidelijker aan.
12. ADIEU
Je bent niet dood, de Heer heeft je geroepen
bij Hem te wonen in Zijn glanzend huis;
Je hoeft geen rust en vrede meer te zoeken,
je hebt ze nu, want je bent veilig thuis.
Je bent niet dood, je mag voor eeuwig leven,
je bent verlost van onvolkomenheid,
van pijn en verdriet. God zal je geven
een onbegrensd geluk in onbegrensde tijd.
Je bent niet dood, maar ach ik zal je missen,
zoals een mens de meest-geliefde mist.
De jaren van geluk zijn nooit meer uit te wissen
En ik geloof: God heeft zich niet vergist...
13. TERUG NAAR JE BESTEMMING
Zoveel jaar geleden kwam je op aarde wonen.
Je hebt sporen nagelaten
en je staat gegrift in het diepst van onze gedachten.
Gedenkwaardig was jouw leven,
gedenkwaardig deze dag.
Vandaag geven we je lichaam aan de aarde terug
en vertrouwen je toe aan de natuur,
wetend dat jijzelf al lang bent uitgevlogen.
We geloven dat je je bestemming hebt gevonden
in de beschuttende aanwezigheid van onze God,die leeft in alles en allen.
Wij proberen verder te leven, denkend aan jou.
Als we gras en bloemen zien denken we aan je
en aan je groei en bloei op aarde.
Als we lucht en wolken zien, denken we aan je
en aan je leven nu, zonder pijn, zonder angst, zonder verdriet.
We vermoeden dat je zo vrij bent als een vogel in de lucht.
Niemand kan zeggen waar je bent.
Er zijn menselijke namen:
hemel, overkant, eeuwig licht.
Woorden zijn te klein.
Onuitwisbaar ben je
en voor het leven geboren.Zo 'n kostbaar mens als jij,
met gedachten, dromen, scheppingsvermogen
zal toch niet verloren gaan in dood?
We groeten je in de hoop
dat we elkaar ooit zullen terug zien.en als het in je vermogen ligt
stuur dan kracht naar ons
opdat wij verder kunnen gaan,
zoals je ons altijd je beste krachten hebt gegeven.
We wensen je geluk en vrede en leven voor altijd.
14 DANK VOOR HET LEVEN VAN MOEDER
Een goed mens sterft steeds te vroeg
vooral als zij een goede moeder was.
Omdat het samenzijn zo goed was
is het afscheid nu zo zwaar,
omdat de vreugde zo intens was
is de droefheid nu zo diep,
omdat de liefde zo oprecht was
is de leegte nu zo groot.
Maar
deze leegte die ons ma achterlaat,
willen
wij vullen met goede herinneringen, met onze dankbaarheid.
Dank je ma,
voor je handen die nooit konden rusten,
voor je scherpzinnigheid van je geest,
voor je tintelende ogen,
voor de ontroering die uitging van je stem,
voor je schalkse lach.
Dank je, voor je trouwe liefde,
voor alle tederheid die van je uitging.
Dank je,
voor
je geloof en je idealisme, voor je begrijpend en vergevend hart,
voor je levensmoed en je optimisme.
Dank je,
voor de vele mooie dagen
en die rijke schat aan levenservaring
die je ons meegaf.
Dank je ma voor alles.
Vanuit
deze dankbaarheid kunnen wij ook bidden: God, die onze Vader wordt genoemd,
wij danken U voor deze vrouw,
die wij ma mochten noemen
en een moeder was voor ons.
Laat van dit leven niets verloren gaan,
nu wij het uit handen geven.
Wij vertrouwen het toe aan U, God,
die ook haar God en Vader waart
en dat blijven zult in de eeuwigheid.
15. BEZINNING (bij een alzheimerpatient)
al meer dan 50 jaar
en dan plotseling ontdek je
u legt alles door elkaar.
Zo
raakte u telkens weer iets kwijt
niet
meer wetend waar gelegden de ander kreeg het verwijt
zo begon weer een gevecht.
Door
het niet te kunnen tolereren
onschuldig
te worden verweten,door het niet te kunnen accepteren
alles te zijn vergeten.
Een
strijd zo intens verdrietig
waar
geen van beiden ooit voor kooshet maakte zo verschrikkelijk nietig
onbereikbaar en zo machteloos.
16. HOOP
Juist wanneer er geen hoop meer is
alleen maar zee en woestijn
dan zeggen dat er een uitweg is
dwars door die zee en woestijn.
Juist wanneer er geen hoop meer is
alleen ogen vol angst
dan zeggen dat er toch nog hoop is
voor mensen zo vol angst
Juist wanneer er geen drinken is
alleen de steenharde rots
dan zeggen dat er te drinken is
uit die steenharde rots
Juist wanneer er geen God meer is
alleen de mensen op weg
dan durven te zeggen dat er een God weer is
bij de mensen op de weg
17. BEZINNING: NU BOMPA IN GOD HERBOREN IS;
In deze afscheidsviering werd het lichaam van Bompa gezegend
als een teken dat er Iemand is die ons mensenverhaal voltooit,
een God, die ons doet herboren worden in een nieuw bestaan.
Ook wij worden door Hem gezegend om zelf een zegen te zijn voor elkaar.
Mocht Bompa ons met zijn nieuwe ogen weer graag zien.
En mochten wij elkaar benaderen en dragen met
hartelijke ogen.
Mocht Bompa ons met zijn nieuwe oren weer horen en
beluisteren
wanneer wij tot hem spreken vanuit ons verdriet en
onze hoop.En mochten wij die hem dierbaar waren,
zelf ook blijven luisteren naar tekens van pijn en verdriet bij de mensen.
Mocht Bompa zo gezegend zijn dat hij ons
met zijn nieuwe mond weer mag toelachen
en woorden spreken van troost en bemoediging.met zijn nieuwe mond weer mag toelachen
En mochten wij, nu we gezegend zijn, leren zwijgen
als we denken iets te moeten zeggen,
zodat we de stilte een kans geven.
Mochten de handen van Bompa in zijn nieuwe leven
met zijn tedere vingers
eindelijk het volmaakte lied van de eeuwige vreugde spelen.met zijn tedere vingers
En mochten onze gezegende handen steeds tekens
van troost en toenadering zijn
op momenten van pijn en vervreemding.
Mochten de voeten van Bompa, nu hij opnieuw geboren is
bij God,
hem weer voeren naar die plaatsen waar hij zich ooit
gelukkig mocht voelenen mocht hij ons blij tegemoet komen wanneer wij zelf de dood zijn doorgegaan.
Mochten onze voeten nooit de ander ontlopen
en durven de ander zorgzaam nabij te zijn.
Mocht Bompa met zijn nieuwgeboren lichaam
opnieuw de vreugde en de vrede beleven
die hij zo sterk heeft meegemaakt toen hij onder ons
was.opnieuw de vreugde en de vrede beleven
En mochten wij allen, nu we door de Heer geheiligd zijn,
een teken worden van een positieve manier van in het leven te staan.
18.
Bezinning (of voorbede)
Je bent nu dood: je geloofde altijd
dat er een hemel was waar je zou leven.
Daar woon je nu, en wij zijn hier gebleven
en weten niet waar dit eenzame pad heenleidt.
Een pad ? ... maar dan één dat we zelf moeten banen
waar ieder helder inzicht ons ontbreekt;
Je bent nu dood: je geloofde altijd
dat er een hemel was waar je zou leven.
Daar woon je nu, en wij zijn hier gebleven
en weten niet waar dit eenzame pad heenleidt.
Een pad ? ... maar dan één dat we zelf moeten banen
waar ieder helder inzicht ons ontbreekt;
Je
zei altijd: wat heb je aan een leven
waarin niet God Zijn Woord meespreekt.
Jij hebt nu rust, die wij nergens kunnen vinden.
Misschien ligt het aan ons, misschien aan Hem:
waarin niet God Zijn Woord meespreekt.
Jij hebt nu rust, die wij nergens kunnen vinden.
Misschien ligt het aan ons, misschien aan Hem:
Wij
luisteren niet naar elkanders stem,
en
Hij laat zich- en wij laten ons- niet binden.
En jij bent dood- sla je nu toch een brug
tussen Zijn Rijk en onze verwarde wegen?
Want telkens aan het eind komen wij jou tegen
en wijs je ons naar 't zelfde doel terug!
En jij bent dood- sla je nu toch een brug
tussen Zijn Rijk en onze verwarde wegen?
Want telkens aan het eind komen wij jou tegen
en wijs je ons naar 't zelfde doel terug!
19
N. is van ons heengegaan.
We voelen verdriet en pijn,N. is van ons heengegaan.
want hoe langer je met iemand samenleeft,
hoe meer je in elkaar wordt verstrengeld en
hoe dieper de liefdeband.
Hoe langer je met iemand samenleeft,
hoe meer wordt loslaten een groot zeer.
N. is van ons heengegaan.
Wij schuilen in deze dagen bij elkaar.
Met haar naam in onze gedachten, op onze lippen.
Tijd van huilen, zin vergeten,
tijd van lachen door onze tranen heen.
Tijd van verhalen en herinnering,
tijd van zwijgen, waken, bidden
N. is van ons
heengegaan,
en wij zij achtergebleven.20.
Wat hopen we vurig
dat jij niet alleen zult zijn
aan de andere kant
waar wij niet kunnen komen.
Wat hopen we vurig
dat engelen bestaan
en jou opvangen
zoals wij dat voor jou hebben gedaan.
Wat hopen we vurig
dat zij je naar het land zullen dragen
van onze mensendromen,
dat daar de anderen zijn
die je zijn voorgegaan:
je mama, papa, familie en vrienden;
Wat hopen we vurig
dat jij daar wordt bemind,
da t je ginds rust zult vinden
geluk en licht en liefde
een stralend nieuw begin.
teksten rond sterven, afscheid, rouw... (2)
20.
Wat hopen we vurig
dat jij niet alleen zult zijn
aan de andere kant
waar wij niet kunnen komen.
Wat hopen we vurig
dat engelen bestaan
en jou opvangen
zoals wij dat voor jou hebben gedaan.
Wat hopen we vurig
dat zij je naar het land zullen dragen
van onze mensendromen,
dat daar de anderen zijn
die je zijn voorgegaan:
je mama, papa, familie en vrienden;
Wat hopen we vurig
dat jij daar wordt bemind,
da t je ginds rust zult vinden
geluk en licht en liefde
een stralend nieuw begin.
21.
Al weet ik dat je veilig bent
geborgen bij de Heer.
De lege plaats blijft onvervuld
Ik zie je nooit meer hier.
Al weet ik dat je veilig bent
verlost van de pijn
Ik kan mijn vragen niet meer kwijt
kan nooit meer bij je zijn.
Al weet ik dat je veilig bent
ik zoek en vind je niet
Ik vraag het aan een lege lucht
of je mij niet hoort en ziet
22
Je bent onvergetelijk geworden in mijn leven.
Je zult altijd in mijn gedachten zijn.
Ik zal nog van je dromen en je stem nog horen.
Ik probeer te begrijpen
dat jij weg bent, voorgoed.
Jij bent onvergetelijk geworden in mijn leven.
Je zult altijd met mij meegaan op de levensweg.
Ik zal heimwee naar je hebben.
Ik had je nog zoveel willen vragen.
Ik had je nog langer willen vasthouden.
Jij blijft een lidteken in mijn bestaan.
Jij blijft een teken van liefde in mijn leven.
Aan jou zal ik mij optrekken.
Jou gedenkend zal ik groeien en krachtig worden.
Ik zal vol levensmoed verder gaan- jij onzichtbaar bij mij.
Al weet ik dat je veilig bent
geborgen bij de Heer.
De lege plaats blijft onvervuld
Ik zie je nooit meer hier.
Al weet ik dat je veilig bent
verlost van de pijn
Ik kan mijn vragen niet meer kwijt
kan nooit meer bij je zijn.
Al weet ik dat je veilig bent
ik zoek en vind je niet
Ik vraag het aan een lege lucht
of je mij niet hoort en ziet
22
Je bent onvergetelijk geworden in mijn leven.
Je zult altijd in mijn gedachten zijn.
Ik zal nog van je dromen en je stem nog horen.
Ik probeer te begrijpen
dat jij weg bent, voorgoed.
Jij bent onvergetelijk geworden in mijn leven.
Je zult altijd met mij meegaan op de levensweg.
Ik zal heimwee naar je hebben.
Ik had je nog zoveel willen vragen.
Ik had je nog langer willen vasthouden.
Jij blijft een lidteken in mijn bestaan.
Jij blijft een teken van liefde in mijn leven.
Aan jou zal ik mij optrekken.
Jou gedenkend zal ik groeien en krachtig worden.
Ik zal vol levensmoed verder gaan- jij onzichtbaar bij mij.
23
Afscheid nemen
naar een tekst van Ward Bruyninckx
Afscheid nemen is met zachte vingers
wat voorbij is dichtdoen
en verpakken in goede gedachten van herinnering.
Het is verwijlen bij een brok leven
en stilstaan bij de grote momenten
van pijn en vreugde.
Afscheid nemen is met dankbare handen
weemoedig meedragen
al wat waardevol is
om het niet te vergeten.
Het is moeizaam de draden losmaken
en uit het web van de belevenissen loskomen.
Het is achterlaten met de zekerheid
dat de herinnering aan al het goede
je voor altijd dierbaar zal blijven.
Leven is vanaf zijn geboorte
voortdurend afscheid nemen,
loshaken om voort te gaan,
zichzelf verliezen om zichzelf te vinden,
het risico nemen van de graankorrel
om vruchten voort te brengen.
Afscheid nemen is het moeilijkste in het leven:
men leert het nooit.
Gelovigen nemen nooit afscheid van Het Leven.
Afscheid nemen
naar een tekst van Ward Bruyninckx
Afscheid nemen is met zachte vingers
wat voorbij is dichtdoen
en verpakken in goede gedachten van herinnering.
Het is verwijlen bij een brok leven
en stilstaan bij de grote momenten
van pijn en vreugde.
Afscheid nemen is met dankbare handen
weemoedig meedragen
al wat waardevol is
om het niet te vergeten.
Het is moeizaam de draden losmaken
en uit het web van de belevenissen loskomen.
Het is achterlaten met de zekerheid
dat de herinnering aan al het goede
je voor altijd dierbaar zal blijven.
Leven is vanaf zijn geboorte
voortdurend afscheid nemen,
loshaken om voort te gaan,
zichzelf verliezen om zichzelf te vinden,
het risico nemen van de graankorrel
om vruchten voort te brengen.
Afscheid nemen is het moeilijkste in het leven:
men leert het nooit.
Gelovigen nemen nooit afscheid van Het Leven.
24 Als het grote moment voorbij is
Als het grote moment voorbij is,
als de ogen gesloten zijn,
als de stilte van de dood ingetreden is,
zijn er geen woorden te vinden voor wat je beleeft.
Misschien kun je alleen maar huilen,
misschien sta je er als verlamd bij met pijn in je hart.
Soms zegt men: Ieder is vervangbaar.
Dat geldt allicht als je alleen aan een materiële taak denkt
die door een ander vervuld kan worden.
Maar dit is flagrant tegen de waarheid
als het om de relatie gaat
die je met een dierbaar wezen verbindt.
Die kan niet vervangen worden. Door niemand, nooit.
Misschien daalt er vrede in je hart
en overheerst dankbaarheid je smart
omdat deze mens die je zo lief was
en die je leven getekend heeft door liefde,
je al die voorbije jaren en dagen en uren gegeven was.
Misschien vouwen je handen zich tot een gebed
en vertrouw je deze mens in dit uur van zijn bestaan
toe aan de levende God.
Misschien is je hele wezen pijn
en weet je niet hoe je zulke smart dragen kunt.
Misschien komt in u ook deze gedachte op:
mijn liefde voor deze gestorven mens
is niet een liefde van herinnering
maar een liefde in verwachting.
Als God barmhartig is
dan weet ik dat deze mens thuisgekomen is.
Wie liefheeft komt bij God terecht.
Geloven in de God van Jezus
is geloven in de persoonlijke roeping
van elke mens tot eeuwig leven
Bij Hem zullen wij elkaar weerzien
Als het grote moment voorbij is,
als de ogen gesloten zijn,
als de stilte van de dood ingetreden is,
zijn er geen woorden te vinden voor wat je beleeft.
Misschien kun je alleen maar huilen,
misschien sta je er als verlamd bij met pijn in je hart.
Soms zegt men: Ieder is vervangbaar.
Dat geldt allicht als je alleen aan een materiële taak denkt
die door een ander vervuld kan worden.
Maar dit is flagrant tegen de waarheid
als het om de relatie gaat
die je met een dierbaar wezen verbindt.
Die kan niet vervangen worden. Door niemand, nooit.
Misschien daalt er vrede in je hart
en overheerst dankbaarheid je smart
omdat deze mens die je zo lief was
en die je leven getekend heeft door liefde,
je al die voorbije jaren en dagen en uren gegeven was.
Misschien vouwen je handen zich tot een gebed
en vertrouw je deze mens in dit uur van zijn bestaan
toe aan de levende God.
Misschien is je hele wezen pijn
en weet je niet hoe je zulke smart dragen kunt.
Misschien komt in u ook deze gedachte op:
mijn liefde voor deze gestorven mens
is niet een liefde van herinnering
maar een liefde in verwachting.
Als God barmhartig is
dan weet ik dat deze mens thuisgekomen is.
Wie liefheeft komt bij God terecht.
Geloven in de God van Jezus
is geloven in de persoonlijke roeping
van elke mens tot eeuwig leven
Bij Hem zullen wij elkaar weerzien
25 Als je van iemand houdt
Dietrich Bonhöffer
Als je van iemand houdt en je bent van hem gescheiden,
kan niets de leegte van zijn afwezigheid vullen;
je moet dat niet proberen,
je moet eenvoudig aanvaarden en volharden.
Dat klinkt erg hard, maar het is ook een grote troost,
want zolang de leegte blijft,
blijf je daardoor met elkaar verbonden.
Het is fout te zeggen: God vult die leegte.
Hij vult haar helemaal niet, integendeel.
Hij houdt die leegte leeg en helpt ons zo
de vroegere gemeenschap met elkaar te bewaren,
zij het ook in pijn.
Hoe mooier en rijker de herinnering,
des te moeilijker is de scheiding.
Maar dankbaarheid verandert de pijn der herinnering
in stille vreugde.
De mooie dingen van vroeger zijn geen doorn in het vlees,
maar een kostbaar geschenk dat je meedraagt.
Je moet zorgen dat je niet in je herinneringen blijft graven
en je erin verliest.
Een kostbaar geschenk bekijk je niet aldoor,
maar alleen op bijzondere ogenblikken.
Buiten die ogenblikken is het een verborgen schat,
een veilig bezit.
Dan wordt het verleden
een blijvende bron van vreugde en kracht.
Dietrich Bonhöffer
Als je van iemand houdt en je bent van hem gescheiden,
kan niets de leegte van zijn afwezigheid vullen;
je moet dat niet proberen,
je moet eenvoudig aanvaarden en volharden.
Dat klinkt erg hard, maar het is ook een grote troost,
want zolang de leegte blijft,
blijf je daardoor met elkaar verbonden.
Het is fout te zeggen: God vult die leegte.
Hij vult haar helemaal niet, integendeel.
Hij houdt die leegte leeg en helpt ons zo
de vroegere gemeenschap met elkaar te bewaren,
zij het ook in pijn.
Hoe mooier en rijker de herinnering,
des te moeilijker is de scheiding.
Maar dankbaarheid verandert de pijn der herinnering
in stille vreugde.
De mooie dingen van vroeger zijn geen doorn in het vlees,
maar een kostbaar geschenk dat je meedraagt.
Je moet zorgen dat je niet in je herinneringen blijft graven
en je erin verliest.
Een kostbaar geschenk bekijk je niet aldoor,
maar alleen op bijzondere ogenblikken.
Buiten die ogenblikken is het een verborgen schat,
een veilig bezit.
Dan wordt het verleden
een blijvende bron van vreugde en kracht.
26 Gestorven zijn is leven...
Ward Bruyninckx
Gestorven zijn is leven bij de genade van God
is er doorgehaald worden zoals Jezus
en leven van tijd in eeuwigheid
is aanwezig blijven zoals God aanwezig is,
mysterie-vol
niet aan tijd of plaats gebonden
maar werkelijk vereend in geest en onovergankelijk geluk.
Gelovig sterven is afscheid nemen van de tijd,
niet van het leven,
is zichzelf blijven zoals men geworden is,
is het ene mysterie verlaten om het andere in te gaan,
is op het woord van Jezus
de hoop verwisselen voor de zekerheid dat God liefde is....
27 Gij die weet
Huub Oosterhuis
God,
Gij die weet wat in mensen omgaat aan hoop en twijfel,
domheid, drift, plezier, onzekerheid.
Gij die ons denken peilt en ieder woord naar waarheid schat
en wat onzegbaar is onmiddellijk verstaat.
Gij toetst ons hart en Gij zijt groter dan ons hart.
Op elk van ons houdt Gij uw oog gericht.
En niemand is er of hij heeft een naam bij U.
En niemand valt of hij valt in uw handen,
en niemand leeft of hij leeft naar U toe.
Soms herinneren wij ons een naam, Jezus van Nazareth.
Hij was zoals wij zouden willen zijn: een mens van God,
een vriend, een licht, een herder,
die niet ten eigen bate heeft geleefd,
en niet vergeefs, onvruchtbaar, is gestorven.
Als Gij Hem hebt gered van de dood, God,
als Hij, dood en begraven, toch leeft bij U,
red dan ook ons en hou ons in leven.
Haal ook ons door de dood heen, nu.
En maak ons nieuw,
want waarom Hij wel, en wij niet -
wij zijn toch ook mensen.
28 Het echtpaar
Toon Hermans
Ze zijn in de zeventig en als ik ze zo naast elkaar zie zitten,
is hun ‘tweeheid’ een ‘eenheid geworden.
Op het oog nog wel afzonderlijke gestalten,
maar dat is gezichtsbedrog,
geestelijk zijn ze ‘overgegaan in elkaar.’
Dat is eigenlijk iets voor nà dit leven,
voor dààr waar alles één is en volmaakt,
en waar door die ‘volmaaktheid’
de eigenheid (het verschil) ophoudt.
Zij hebben dat nù al.
Zij staan al op de hoogste trap.
Haar ogen zijn zijn ogen.
Zijn hart het hare.
Hoe zij naar hem kijkt, zo van opzij,
glimlachend,
vraag en antwoord tegelijk,
en hoe hij terwijl hij vóór zich uitkijkt
met de pijp in de palm van de hand,
hoe hij haar glimlach voelt
en die glimlach met haar meespeelt tot één accoord.
Als hun handen zwijgend in elkaar liggen
weet je nauwelijks nog van wie ze zijn.
Laat je niet wijs maken
dat één en één twee is.
Als het goed is,
is het één.
Toon Hermans
Ze zijn in de zeventig en als ik ze zo naast elkaar zie zitten,
is hun ‘tweeheid’ een ‘eenheid geworden.
Op het oog nog wel afzonderlijke gestalten,
maar dat is gezichtsbedrog,
geestelijk zijn ze ‘overgegaan in elkaar.’
Dat is eigenlijk iets voor nà dit leven,
voor dààr waar alles één is en volmaakt,
en waar door die ‘volmaaktheid’
de eigenheid (het verschil) ophoudt.
Zij hebben dat nù al.
Zij staan al op de hoogste trap.
Haar ogen zijn zijn ogen.
Zijn hart het hare.
Hoe zij naar hem kijkt, zo van opzij,
glimlachend,
vraag en antwoord tegelijk,
en hoe hij terwijl hij vóór zich uitkijkt
met de pijp in de palm van de hand,
hoe hij haar glimlach voelt
en die glimlach met haar meespeelt tot één accoord.
Als hun handen zwijgend in elkaar liggen
weet je nauwelijks nog van wie ze zijn.
Laat je niet wijs maken
dat één en één twee is.
Als het goed is,
is het één.
29 Het heimwee naar het verloren paradijs
Phil Bosmans
Het heimwee naar het verloren paradijs
is de mens in het hart geschreven.
Mensen zijn grote kinderen
hun leven lang op zoek naar wat warmte,
naar liefde en een beetje geluk.
Op zoek naar een haven, een thuis.
Op zoek naar iemand, die van hen houdt,
bij wie zij zich veilig voelen.
Iemand die hen kan herbergen.
Mensen zoeken een wezen
waarbij ze geborgen zijn.
Mensen zoeken hun leven lang,
langs vele wegen,
langs omwegen en kronkelwegen,
naar een vaste haven, een thuishaven,
een tafel, brood en wat wijn,
een hart en zachte handen,
een stille aanwezige die blijft,
ook als er geen woorden meer zijn.
Maar het leven leert, dat mensen voor mensen
slechts tussenhavens zijn,
tijdelijke aanlegplaatsen, hoe zalig ook;
mensen zoeken bewust of onbewust
de bedoeling van de grote stroom
die voert naar de definitieve haven
waar ze voor altijd geborgen zijn.
De haven vol licht en liefde
die ik God noem.
30 Je bent niet dood
Uit:’ Gouddraad uit vlas’ van Nel Benschop
Je bent niet dood.
De Heer heeft je geroepen
bij Hem te wonen in zijn glanzend huis.
Je hoeft geen rust en vrede meer te zoeken,
je hebt ze nu,
want je bent veilig thuis.
Je bent niet dood.
Je mag voor eeuwig leven.
Je bent verlost van onvolkomenheid,
van pijn en van verdriet.
God zal je geven een onbegrensd geluk
in onbegrensde tijd.
Je bent niet dood.
Maar ach, ik zal je missen,
zoals een mens de meest-geliefde mist.
De jaren van geluk zijn niet meer uit te wissen.
En ik geloof: God heeft zich niet vergist.
Uit:’ Gouddraad uit vlas’ van Nel Benschop
Je bent niet dood.
De Heer heeft je geroepen
bij Hem te wonen in zijn glanzend huis.
Je hoeft geen rust en vrede meer te zoeken,
je hebt ze nu,
want je bent veilig thuis.
Je bent niet dood.
Je mag voor eeuwig leven.
Je bent verlost van onvolkomenheid,
van pijn en van verdriet.
God zal je geven een onbegrensd geluk
in onbegrensde tijd.
Je bent niet dood.
Maar ach, ik zal je missen,
zoals een mens de meest-geliefde mist.
De jaren van geluk zijn niet meer uit te wissen.
En ik geloof: God heeft zich niet vergist.
31 Leven is..
Leven is:
proberen er iets aan te doen, je steentje bij te dragen,
hier en nu, in het gewone leven van elke dag.
Blijven vertrouwen dat alles goed en zinvol is,
omdat we gewoonweg zonder vertrouwen niet kunnen leven.
Leven is:
het niet alleen aan God overlaten, maar zelf er iets aan doen:
je toevertrouwde taak vervullen;
zorg dragen voor elkaar,
omdat ieder mens op de levensweg
andere mensen nodig heeft.
Het ligt niet altijd in het spectaculaire of het speciale,
het is veel meer het gewone.
Trachten het dagdagelijkse goed doen.
Leven is:
soms van die momenten hebben waar je aanvoelt
dat je het zelf niet in handen hebt… dat je anderen nodig hebt
die je vooruit helpen… en beseffen dat God werkzaam aanwezig is
in die doodgewone momenten, tussen die doodgewone mensen.
Leven is:
geven en krijgen,
dankbaar zijn om wat men gekregen heeft,
je verantwoordelijk voelen voor wat je te geven hebt,
gave en opgave.
Leven is:
zelfs op een bepaald moment je eigen leven kunnen loslaten
omdat we uiteindelijk leven in het voetspoor van Jezus.
Leven is vanuit dat geloof verder gaan...
omdat wij geloven dat alles bij Hem begint en eindigt,
ook al begrijpen we het uiteindelijk niet allemaal
Leven is:
proberen er iets aan te doen, je steentje bij te dragen,
hier en nu, in het gewone leven van elke dag.
Blijven vertrouwen dat alles goed en zinvol is,
omdat we gewoonweg zonder vertrouwen niet kunnen leven.
Leven is:
het niet alleen aan God overlaten, maar zelf er iets aan doen:
je toevertrouwde taak vervullen;
zorg dragen voor elkaar,
omdat ieder mens op de levensweg
andere mensen nodig heeft.
Het ligt niet altijd in het spectaculaire of het speciale,
het is veel meer het gewone.
Trachten het dagdagelijkse goed doen.
Leven is:
soms van die momenten hebben waar je aanvoelt
dat je het zelf niet in handen hebt… dat je anderen nodig hebt
die je vooruit helpen… en beseffen dat God werkzaam aanwezig is
in die doodgewone momenten, tussen die doodgewone mensen.
Leven is:
geven en krijgen,
dankbaar zijn om wat men gekregen heeft,
je verantwoordelijk voelen voor wat je te geven hebt,
gave en opgave.
Leven is:
zelfs op een bepaald moment je eigen leven kunnen loslaten
omdat we uiteindelijk leven in het voetspoor van Jezus.
Leven is vanuit dat geloof verder gaan...
omdat wij geloven dat alles bij Hem begint en eindigt,
ook al begrijpen we het uiteindelijk niet allemaal
32 Liefde kent geen einde
Liefde kent geen einde,
de dood stelt niets voor.
Ik ben enkel naar een andere plaats vertrokken.
Ik blijf ik, jij blijft jij.
We blijven wat we steeds voor mekaar waren.
Noem me bij de naam
die je me altijd gaf.
Praat met me zoals je altijd deed,
op dezelfde manier.
Ga niet plechtig doen of droef doen,
blijf lachen met wat ons samen
aan het lachen bracht.
Bid, lach, denk aan mij,
bid voor mij.
Laat mijn naam thuis weerklinken
zoals hij steeds geklonken heeft,
zonder enige nadruk,
zonder enkele schaduw.
Het leven betekent
nog steeds evenveel als toen.
Het blijft wat het altijd is geweest,
de draad is niet gebroken.
Waarom zou ik uit je gedachten zijn,
enkel omdat je me niet meer ziet?
Ik wacht op je, ik ben niet ver,
net aan de andere kant van de weg.
Zie je, alles is goed.
de dood stelt niets voor.
Ik ben enkel naar een andere plaats vertrokken.
Ik blijf ik, jij blijft jij.
We blijven wat we steeds voor mekaar waren.
Noem me bij de naam
die je me altijd gaf.
Praat met me zoals je altijd deed,
op dezelfde manier.
Ga niet plechtig doen of droef doen,
blijf lachen met wat ons samen
aan het lachen bracht.
Bid, lach, denk aan mij,
bid voor mij.
Laat mijn naam thuis weerklinken
zoals hij steeds geklonken heeft,
zonder enige nadruk,
zonder enkele schaduw.
Het leven betekent
nog steeds evenveel als toen.
Het blijft wat het altijd is geweest,
de draad is niet gebroken.
Waarom zou ik uit je gedachten zijn,
enkel omdat je me niet meer ziet?
Ik wacht op je, ik ben niet ver,
net aan de andere kant van de weg.
Zie je, alles is goed.
33 Liefhebben is zeggen : jij sterft nooit !
Elk mens hunkert naar liefde en geborgenheid.
Vanaf zijn eerste levensdag
tot op de dag dat hij de wereld verlaat.
Zonder liefde kan een mens niet leven...
Als iemand sterft, die ons lief is geworden,
dan zeggen wij met heel ons wezen:
het kan niet zijn dat de liefde en de trouw
van deze mens zo maar tot stof en as vergaan.
De liefde aanvaardt de dood niet,
daarom zeggen wij ook dat de liefde UIT GOD is.
Terecht kan men zeggen:
iemand liefhebben is hem zeggen:
JIJ, JIJ STERFT NOOIT!
De liefde is geen bedrog,
we proeven erin de onsterfelijkheid.
Elk mens hunkert naar liefde en geborgenheid.
Vanaf zijn eerste levensdag
tot op de dag dat hij de wereld verlaat.
Zonder liefde kan een mens niet leven...
Als iemand sterft, die ons lief is geworden,
dan zeggen wij met heel ons wezen:
het kan niet zijn dat de liefde en de trouw
van deze mens zo maar tot stof en as vergaan.
De liefde aanvaardt de dood niet,
daarom zeggen wij ook dat de liefde UIT GOD is.
Terecht kan men zeggen:
iemand liefhebben is hem zeggen:
JIJ, JIJ STERFT NOOIT!
De liefde is geen bedrog,
we proeven erin de onsterfelijkheid.
34 Ook profeten hebben vragen bij lijden en dood
Ook profeten, mensen die een oersterk geloof hadden,
hebben vragen en angsten bij lijden en dood.
In een psalm spreekt de profeet hierover zijn hart uit.
Mijn roepen klinkt op tot de Heer.
Ik roep tot Hem: Hij moet mij horen!
Ik zit in angst en zoek naar de Heer.
Mijn nacht is één rusteloos zoeken naar God,
ik kan geen woord van troost meer horen.
Als ik terugdenk aan God, dan zucht ik,
al mijn denken maakt mij rusteloos.
Gij laat mij geen oog meer dichtdoen,
ontredderd vind ik geen woorden meer.
Ik denk terug aan vroegere dagen,
ik roep mij de tijd van weleer te binnen.
Het verleden klinkt na in mijn gedachten,
maar al mijn denken blijft één grote vraag:
"Zou God een mens verlaten?
Is het voorgoed gedaan met zijn liefde,
blijft er van zijn trouw niets meer over?
Heeft de Heer dan zijn goedheid vergeten
en laat Hij mij nu alleen?...
35 Sterven is moederziel alleen de nacht
ingaan
Phil Bosmans
Sterven is moederziel alleen de nacht ingaan.
Sterven is vreemd en angstaanjagend
als je blindweg
een land binnengaat waar je nooit aan gedacht hebt
en nooit van gedroomd,
als je met duizend banden gebonden ligt
aan een stukje aarde, dat voorbijgaat
en dat vele namen draagt.
Als je sterft verandert alles,
de hele wereld,
alles waaraan je je een leven lang hebt vastgehouden.
Sterven wordt aanvaardbaar en draaglijker
als je hebt leren loslaten,
als je je innerlijk hebt opengesteld
voor het mysterie dat je wacht na de dood.
Als je kunt geloven dat er een God is die van je houdt,
niet alleen als je leeft
maar meer nog als je doodgaat,
dan wordt sterven als een kind
thuiskomen bij de Vader
in een land waar alles goed is
en waar het leven pas voorgoed begint
in een eeuwig nu.
Phil Bosmans
Sterven is moederziel alleen de nacht ingaan.
Sterven is vreemd en angstaanjagend
als je blindweg
een land binnengaat waar je nooit aan gedacht hebt
en nooit van gedroomd,
als je met duizend banden gebonden ligt
aan een stukje aarde, dat voorbijgaat
en dat vele namen draagt.
Als je sterft verandert alles,
de hele wereld,
alles waaraan je je een leven lang hebt vastgehouden.
Sterven wordt aanvaardbaar en draaglijker
als je hebt leren loslaten,
als je je innerlijk hebt opengesteld
voor het mysterie dat je wacht na de dood.
Als je kunt geloven dat er een God is die van je houdt,
niet alleen als je leeft
maar meer nog als je doodgaat,
dan wordt sterven als een kind
thuiskomen bij de Vader
in een land waar alles goed is
en waar het leven pas voorgoed begint
in een eeuwig nu.
36 Verrijzen
Verrijzen is :
altijd weer opnieuw bouwen aan je leven
met de stenen van je stoutste dromen
en met de stenen van je bitterste en felste pijn.
En altijd weer opnieuw geloven dat het kan
de stenen van je dromen en van je pijn
bijeen te voegen
tot een huis van liefde voor wie eenzaam is.
Verrijzen is :
altijd opnieuw op weg gaan
met de zekerheid
vlak om de hoek het wonder te ontmoeten
in een glimlach of een traan
in een handdruk of een vloek.
En altijd opnieuw geloven dat het kan
geluk en pijn bijeen te voegen
tot een vuur van ware, eeuwige geborgenheid.
Verrijzen is :
altijd weer opnieuw aanvaarden
door de diepste nacht te gaan
en zaad te zijn dat sterven moet
en graan te zijn dat pletten moet.
En altijd weer opnieuw geloven dat het zeker is
dat in de diepste diepte licht,
en aan de verste einder leven wacht.
Verrijzen is :
altijd weer opnieuw bouwen aan je leven
met de stenen van je stoutste dromen
en met de stenen van je bitterste en felste pijn.
En altijd weer opnieuw geloven dat het kan
de stenen van je dromen en van je pijn
bijeen te voegen
tot een huis van liefde voor wie eenzaam is.
Verrijzen is :
altijd opnieuw op weg gaan
met de zekerheid
vlak om de hoek het wonder te ontmoeten
in een glimlach of een traan
in een handdruk of een vloek.
En altijd opnieuw geloven dat het kan
geluk en pijn bijeen te voegen
tot een vuur van ware, eeuwige geborgenheid.
Verrijzen is :
altijd weer opnieuw aanvaarden
door de diepste nacht te gaan
en zaad te zijn dat sterven moet
en graan te zijn dat pletten moet.
En altijd weer opnieuw geloven dat het zeker is
dat in de diepste diepte licht,
en aan de verste einder leven wacht.
37 Wat is het dat een mens tot mens maakt
Wat is het dat een mens tot mens maakt ?
Niet zijn rijkdom, niet zijn macht,
zijn functie of titel.
Wat een mens tot mens maakt
is wel zijn eenvoud, goedheid en liefde,
zijn rechtschapenheid en eerlijkheid naar geest en hart.
Wie daarin dwars door alles heen trouw is,
noemen we een goddelijk mens
een mens van mijn hart ...
Iemand die mensen niet vastprikt op schema's,
klassementen, vooroordelen of fouten.
Iemand die mensen telkens uitnodigt
zelf een taak op te nemen
en daarin trouw te zijn.
Iemand die zich niet naar de hand laat zetten
door machtigen en rijken.
Iemand die weet dat God dat zo wil
en daarin trouw blijft,
ook als iedereen op de vlucht slaat.
Zo iemand geef je een naam,
niet met de lippen, maar met het hart.
Wat is het dat een mens tot mens maakt ?
Niet zijn rijkdom, niet zijn macht,
zijn functie of titel.
Wat een mens tot mens maakt
is wel zijn eenvoud, goedheid en liefde,
zijn rechtschapenheid en eerlijkheid naar geest en hart.
Wie daarin dwars door alles heen trouw is,
noemen we een goddelijk mens
een mens van mijn hart ...
Iemand die mensen niet vastprikt op schema's,
klassementen, vooroordelen of fouten.
Iemand die mensen telkens uitnodigt
zelf een taak op te nemen
en daarin trouw te zijn.
Iemand die zich niet naar de hand laat zetten
door machtigen en rijken.
Iemand die weet dat God dat zo wil
en daarin trouw blijft,
ook als iedereen op de vlucht slaat.
Zo iemand geef je een naam,
niet met de lippen, maar met het hart.
38 Wie God eenmaal heeft ontmoet.
Enkele jaren voor zijn dood
schreef de schrijver Han Fortmann het volgende:
Wie God eenmaal heeft ontmoet,
vindt de vraag naar het hiernamaals niet interessant meer.
Wie geleerd heeft in het Hoge Licht te leven
is niet meer gekweld door het probleem
of het Licht er ook morgen nog zal zijn.
In het hoofd van een kind
dat leeft onder de goede zorgen van zijn moeder,
komt het niet op te vragen
of zijn moeder ook morgen voor hem zal zorgen..
Er zijn vragen die niet gesteld worden,
omdat er geen behoefte aan is.
Hoe meer wij leven in het Licht en de Liefde van God,
hoe meer de vragen over het hiernamaals verdwijnen.
God is er immers en zal er altijd voor ons zijn.
Zijn liefde is trouw....gisteren vandaag, morgen, ja altijd.
Enkele jaren voor zijn dood
schreef de schrijver Han Fortmann het volgende:
Wie God eenmaal heeft ontmoet,
vindt de vraag naar het hiernamaals niet interessant meer.
Wie geleerd heeft in het Hoge Licht te leven
is niet meer gekweld door het probleem
of het Licht er ook morgen nog zal zijn.
In het hoofd van een kind
dat leeft onder de goede zorgen van zijn moeder,
komt het niet op te vragen
of zijn moeder ook morgen voor hem zal zorgen..
Er zijn vragen die niet gesteld worden,
omdat er geen behoefte aan is.
Hoe meer wij leven in het Licht en de Liefde van God,
hoe meer de vragen over het hiernamaals verdwijnen.
God is er immers en zal er altijd voor ons zijn.
Zijn liefde is trouw....gisteren vandaag, morgen, ja altijd.
39 Zo begint de eeuwigheid...
Zo begint de eeuwigheid...
Daar is geen land meer en geen zee,
geen uren en geen dagen.
Daar is geen vrouw meer, geen man,
geen rijkdom en geen stand.
Daar is geen klank meer, geen lied van onze aarde,
geen boodschap, geen nieuws
of geen mengelmoes van talen...
Daar is geen wanhoop meer, geen pijn, geen verdriet,
daar...is de mens ontdaan van alle aardse dingen,
van wat hij meedroeg op zijn weg
aan pijn en aan ontgoocheling.
Daar is hij eindelijk bevrijd van elke schijn en elke buitenkant.
Daar is hij weer zoals hij was in Gods gedachten:
een kind van Hem, niets meer.
De hemel is geen land, geen zee: God is een Haven.
Want elke drang in ons, elk verlangen, elke hunkering
komt daar tot rust en wordt opgenomen in Gods tederheid.
De hemel zou geen hemel zijn
als wij reeds wisten ‘wat en hoe’ hij is.
De hemel is wat huiver en wat hoop
voor elke kleine mens die in het duister van de dood
verdwijnt maar plots herleeft, her-ademt,
omdat Hij er is, naar wie hij altijd heeft gezocht.
Nu zijn we nog op weg en tasten in de mist,
we kunnen enkel in de nacht een licht ontsteken,
een stukje liefde weven in die korte tijd die ons gegeven is,
en... daar begint de eeuwigheid.
40. Sterf niet met mij.
Als je mij nog iets wilt geven,
dan zou ik vragen:
sterf niet met mij;
omhels het leven.
Je mag bedroefd zijn,
maar wanhoop niet.
Verdrink niet in te groot verdriet.
Als je mij nog iets wil schenken,
dan zou ik willen:
blijf de toekomst zien;
blijf hoopvol denken
zodat je uitgroeit
en voluit leeft
en het leven alle kansen geeft.
Zo begint de eeuwigheid...
Daar is geen land meer en geen zee,
geen uren en geen dagen.
Daar is geen vrouw meer, geen man,
geen rijkdom en geen stand.
Daar is geen klank meer, geen lied van onze aarde,
geen boodschap, geen nieuws
of geen mengelmoes van talen...
Daar is geen wanhoop meer, geen pijn, geen verdriet,
daar...is de mens ontdaan van alle aardse dingen,
van wat hij meedroeg op zijn weg
aan pijn en aan ontgoocheling.
Daar is hij eindelijk bevrijd van elke schijn en elke buitenkant.
Daar is hij weer zoals hij was in Gods gedachten:
een kind van Hem, niets meer.
De hemel is geen land, geen zee: God is een Haven.
Want elke drang in ons, elk verlangen, elke hunkering
komt daar tot rust en wordt opgenomen in Gods tederheid.
De hemel zou geen hemel zijn
als wij reeds wisten ‘wat en hoe’ hij is.
De hemel is wat huiver en wat hoop
voor elke kleine mens die in het duister van de dood
verdwijnt maar plots herleeft, her-ademt,
omdat Hij er is, naar wie hij altijd heeft gezocht.
Nu zijn we nog op weg en tasten in de mist,
we kunnen enkel in de nacht een licht ontsteken,
een stukje liefde weven in die korte tijd die ons gegeven is,
en... daar begint de eeuwigheid.
40. Sterf niet met mij.
Als je mij nog iets wilt geven,
dan zou ik vragen:
sterf niet met mij;
omhels het leven.
Je mag bedroefd zijn,
maar wanhoop niet.
Verdrink niet in te groot verdriet.
Als je mij nog iets wil schenken,
dan zou ik willen:
blijf de toekomst zien;
blijf hoopvol denken
zodat je uitgroeit
en voluit leeft
en het leven alle kansen geeft.
(Y. van Emmerik)
41.
Wat weten we van de eeuwigheid?
Een bestaansvorm, totaal onbekend en onkenbaar voor ons,
tijdgebonden stervelingen.
Maar eeuwigheid zal wel iets te maken hebben met God,
die de tijd en de ruimte omvat.
Onze stuntelige omgang met God,
dat beetje gebed
is kiem van eeuwigheid.
Biddend tot God, is de eeuwigheid reeds begonnen.
God, ik gun me de tijd om nog even bij U te blijven
in hart en in gedachten.
In dit stukje tijd voel ik iets van de eeuwigheid.
42.
Als je komt in de winter van je leven
en het einde is nabij,
is het tijd om los te laten,
afscheid te nemen van alles wat nog bindt.
Dan mag je gaan vertrekken;
sla je vleugels uit en vlieg.
Vlieg zoals de vogels in de lucht
en laat je drijven op de wind.
Steeds hoger, steeds verder, de horizon voorbij
naar een plek van zuiver wit Licht
daar waar ziekte, pijn en verdriet
je niet meer kunnen raken.
Naar een plek waar liefde is, oneindige Liefde.
Thuiskomen…
Als je komt in de winter van je leven
en het einde is nabij,
is het tijd om los te laten,
afscheid te nemen van alles wat nog bindt.
Dan mag je gaan vertrekken;
sla je vleugels uit en vlieg.
Vlieg zoals de vogels in de lucht
en laat je drijven op de wind.
Steeds hoger, steeds verder, de horizon voorbij
naar een plek van zuiver wit Licht
daar waar ziekte, pijn en verdriet
je niet meer kunnen raken.
Naar een plek waar liefde is, oneindige Liefde.
Thuiskomen…
43.
Elk afscheid doet ons stilstaan bij de dingen
waar we zo zelden bij stilstaan.
Zoals bij wat ons tezamen brengt
en niet te scheiden is.
Bij de volheid van het leven
en de leegte die het achterlaat,
bij alle onbestemde vragen
waarop niemand het antwoord kent.
Elk afscheid doet ons stilstaan
om te herinneren wat we zo licht vergeten:
Elk afscheid doet ons stilstaan
om te herinneren wat we zo licht vergeten:
zoals de gratuitheid van het leven; het onberekende
van trouw en vriendschap,
de zegenende kracht van tederheid en kwetsbaarheid.
Elk afscheid doet ons stilstaan om te zien wat ons aan deze aarde bindt.
Zoals: het liefste dat we moeten leren loslaten,
Elk afscheid doet ons stilstaan om te zien wat ons aan deze aarde bindt.
Zoals: het liefste dat we moeten leren loslaten,
het onzichtbare dat ons dieper met elkaar verbindt,
de vreugde van het samen horen
de vreugde van het samen horen
en de pijn van het gescheiden zijn
of het gevoel van leegte en gemis
dat ons doet verlangen naar de eeuwigheid.
44. (eventueel bij wiegendood/engelenmis)
Ik sprak al met jou
Voor je geboren was
Ik sprak al met jou
toen je nog niet eens lachte
Ik sprak al met jou
Voor je kon spreken
Ik sprak al met jou
Voor je een woord kon schrijven
Ik sprak met jou
toen je me tegensprak
Ik sprak met jou
toen we langs elkaar heen praatten
Ik sprak nog met jou
toen je van mij vervreemdde
Ik sprak nog met jou
toen je zo een andere taal sprak.
Ik sprak met jou
toen je dood terugkeerde
Ik spreek nog met jou
Jouw dood stopte mijn gesprek niet
Nog zoveel
wil ikje vertellen
ook wat moeilijk te zeggen is.
Je bent een
aanhoudend gesprek in mij geworden
45. Eventueel bij een engelenmis
Je bent er plots niet meer
je laat ons met de leegte,
het verdriet.of het gevoel van leegte en gemis
dat ons doet verlangen naar de eeuwigheid.
44. (eventueel bij wiegendood/engelenmis)
Ik sprak al met jou
Voor je geboren was
Ik sprak al met jou
toen je nog niet eens lachte
Ik sprak al met jou
Voor je kon spreken
Ik sprak al met jou
Voor je een woord kon schrijven
Ik sprak met jou
toen je me tegensprak
Ik sprak met jou
toen we langs elkaar heen praatten
Ik sprak nog met jou
toen je van mij vervreemdde
Ik sprak nog met jou
toen je zo een andere taal sprak.
Ik sprak met jou
toen je dood terugkeerde
Ik spreek nog met jou
Jouw dood stopte mijn gesprek niet
Nog zoveel
wil ikje vertellen
ook wat moeilijk te zeggen is.
Je bent een
aanhoudend gesprek in mij geworden
45. Eventueel bij een engelenmis
Je bent er plots niet meer
Het lange aarzelen op de smalle rand
tussen hier, nu en dan, daar
het slopend bange vechten met de pijn
is voor jou voorbij en hoeft niet meer!
Je bent nu ten volle thuisgekomen
in Gods groot geheim, veel te vroeg…
te onverwacht zo spreekt ons hart.
Jouw levensdroom bleef onuitgesproken
en wordt nu door die Ander ingevuld.
Ons “waarom” wordt niet gehoord…
Je glimlach,
de pretlichtjes in je ogenheb je meegenomen,
ons blijven herinneringen
een aanwezigheid
een beeld om te bewaren.
Hoe kan ik anders dan je danken
om wat je bent geweest, fijne meid
een gelukkig kind
onbezorgd en blij!Je was een kind van de zon en van de vreugde
je had de gave van de volle blije lach
je mocht zo ontwapenend vrolijk zijn
zo heerlijk spontaan en eerlijk open
genietend van gekheid
bruisend vol leven
je had er geen moeite mee, jezelf te zijn!
Dit beeld wil ik in mij bewaren
want jij
al ben je ver nu
jij verandert niet.
Daarom probeer ik nu dankbaar te zijn
voor alles wat je ons hebt gegeven
de volheid van je korte leven.
Ik durf te hopen dat je nu gelukkig bent.
Neen, jij verandert niet…
Dit te weten mildert mijn en ons verdriet.
46. Bij een
engelenmis
'Onuitwisbaar'
'Onuitwisbaar'
Jij bent onuitwisbaar mijn kind.
De sporen van je leven
kan ik lezen
in de lijnen van mijn hand.
Je bent gedroomd
verwacht
er echt geweest
nu dragen wij je
in gedachten mee
van hier naar daar
en over de tijd heen
je was er ooit
je bent er nog steeds.
Dag kind
uit ons leven
vaak ver weg
vaak dichtbij
wij spreken nog je naam
wij zingen nog je lied
wie het niet kan horen
tonen we ons handen
jouw sporen zie je goed.
(van Frans Verhelst)
47.
Zal het ooit wennen, jouw stem niet meer te horen?
Zoveel wou ik je nog vragen.
Het antwoord heet nu stilte.
Zal het ooit wennen, jouw gezelschap te missen?
Zo leeg die plaats aan tafel.
Zozeer mis ik die gulle lach.
Zal het ooit wennen, jouw warmte niet meer te voelen?
Zo geruststellend jouw levensadem.
Zoveel wou ik nog van je houden.
Nu is er alleen nog die kilte.
Zal het ooit wennen, jouw naam niet meer te noemen?
Zo teder als een kreet. Zo wou ik je nog roepen.
Jouw naam klinkt nu als een echo.
Het zal wel wennen, zeggen mensen;
de tijd heelt, zeggen ze goedbedoeld.
Maar ik wil niet vergeten, ik wil het niet gewoon worden.
Jij was onvergetelijk, buitengewoon.
(Jan-Frans Lindemans)
48.
Ik sta aan de kust;
een witte zeilboot ontvouwt zijn zeilen in de ochtendbries
en zet koers naar de blauwe oceaan.
De boot is schitterend en vol kracht
en ik blijf hem gadeslaan tot hij niet meer is
dan een witte wolkensliert en verdwijnt naar daar
waar zee en lucht en elkaar overgaan.
En dan zegt iemand naast me:
‘Daar, hij is verdwenen’.
Verdwenen? Waar naartoe?
Verdwenen uit mijn gezichtsveld. Dat is alles!
Zijn mast, zijn romp en rondhout zijn nog precies even groot
als toen hij de haven verliet.
En hij is nog even goed in staat zijn levende lading
naar uit bestemming te varen.
Precies op het ogenblik dat iemand naast me zei:
‘Daar, hij is verdwenen’, zijn er elders stemmen
die vreugdevol roepen:
‘Daar komt hij.’
Zo geloof ik dat God daar staat, aan de andere kant
om hen te begroeten in Zijn Land vol vrede.
49. Verrijzenis
Gisteren in één flits, werd me het Wonder gegeven
van wat Verrijzen eigenlijk is
Het is geen hérbeginnen, het is géén ander leven
het is heel gewoon : verder-leven ginder
zoals ik aanvoelde dat het nooit had opgehouden
zomer of lente te zijn in de winter
Ik voelde me opgenomen in dit wondere gevoel van
“terug-thuis-gekomen-te-zijn” voortaan
na een hele lange tijd
gebolsterd en gekneld gewijld te hebben in een lichaam
“Thuis”... Daar waar ik thuis-hoor
in deze tijdloze sfeer van om- en ingesponnenheid
van innige goedheid en natuurlijke tederheid
dààr voelde ik me “verrezen” en niet langer teloor
Een ongekende geborgenheid, een onbekende warmte
een alomvattende omarming bevrijdde me
want dit “kende” ik : hiér was Liefde
eindeloze weelde, goedheid en stille kalmte
Verrijzenis.. betekent die éne stap vérder, zeer behoed
uit verleden én heden, in tijdloosheid treden
het blijven behouden en toch verder voortvloeien
maar zich in totaliteit en in liefde ontplooien
voortdurend en voorgoed
Verrijzenis – is Thuiskomen...
50.
Vergeet de mooie dagen niet.
Als je moe bent, overhoop ligt met iedereen,
als je je geen raad meer weet en je diep ongelukkig voelt,
denk dan even terug aan de mooie dagen
dat je lachte, vriendelijk was voor iedereen,
zorgeloos als een kind:
vergeet de mooie dagen niet.
Als de horizon zover je kan kijken
donker blijft, geen spoor van licht
als je hart vol verdriet is en geluk weg is,
herinner je dan de mooie dagen
toen alles goed was.
Toen er iemand was bij wie je je thuis voelde,
toen je enthousiast was.
Vergeet de mooie dagen niet.
Want vergeet je ze, ze komen nooit terug.
Neem jezelf in handen,
vul je hoofd met blijde gedachten,
je hart met vergevingsgezindheid, tederheid en liefde
en je mond met een lach:
vergeet de mooie dagen niet.
Abonneren op:
Posts (Atom)