1.
Wij staan hier samen rond het dode lichaam
van deze mens die ons zo lief en dierbaar is.Dit heengaan doet ons pijn.
Maar door onze droefheid heen
blijven wij vasthouden aan ons geloof
dat onze God een God van leven en licht is.
Wij willen God blijven danken
voor alles wat in dit mensenleven goed en edel was.
En waar hij/zij gefaald heeft,en ook voor ons eigen tekortkomen tegenover hem/haar
vragen wij oprecht om vergeving
en bidden wij dat God zou aanvullen en voltooien
wat aan dit leven nog ontbreekt.
Als een teken van onze hoop
dat God aan deze mens, en aan ons alleneen nieuw en onsterfelijk lichaam zal geven,
en om te getuigen van ons geloof
dat God zijn eigen scheppingswerk
zijn eigen beeld en gelijkenis
niet voorgoed ten gronde laat gaan
zegenen wij dit lichaam met water
dat ons herinnert aan het doopsel
dat ook hij/zij eens ontvangen heeft.
Wij bewieroken ook dit lichaam
als een teken van ons geloofdat hij/zij bij God aanwezig is
en dat God ook deze mens heeft bestemd
voor een onvergankelijk en nieuw leven.
2.
Bij dit afscheid willen weonze broeder/zuster N.
bijzonder toevertrouwen aan Gods barmhartige liefde.
Moge hij/zij die ons zo dierbaar was,
gedragen op de schouders van Jezus, de goede Herder,
worden binnengeleid in het eeuwig vaderhuis
en er samen met Gods uitverkorenen
voor altijd gelukkig zijn.
Als een teken van onze hoop
dat God aan deze menseen nieuw en onsterfelijk lichaam zal geven,
en om te getuigen van ons geloof
dat God zijn eigen beeld en gelijkenis
niet voorgoed ten gronde laat gaan
zegenen wij dit lichaam met water
dat ons herinnert aan het doopsel
dat ook hij/zij eens ontvangen heeft.
Wij bewieroken ook dit lichaam
als een teken van ons geloofdat hij/zij bij God aanwezig is
en dat God ook deze mens heeft bestemd
voor een onvergankelijk en nieuw leven.
Om de laatste eer te brengen aan deze dierbare
om recht te doen aan zijn/haar leven en sterven
zijn we hier samengekomen rond dit dode lichaam
dat ons van hem/haar is overgebleven.
Wij houden onze ogen gericht op het kruis van Jezus
en wij spreken uit in tastend geloof,
dat dit niet het einde is,
dat onze God een God van levenden is.
Meer dan dit lichaam
is ons de naam van deze afgestorvene gebleven.
Die naam spreken wij uit
met eerbied en genegenheid....
Met die naam zal hij/zij verder leven
in onze herinnering en in het hart van God zelf.
En wij bidden:
Heer God, herinner u deze naam,die hij/zij van mensen heeft ontvangen
en waarin hij/zij gekend wordt
ook nu hij/zij gestorven is.
Die naam hebt Gij geschreven in de palm van uw hand.
Als een teken van onze hoop dat God
aan deze mens en aan ons alleneen nieuw en onsterfelijk lichaam zal geven,
en om te getuigen
van ons geloof in de verrijzenis
zegen ik dit dode lichaam
met het water waarmee het eenmaal gedoopt is.
En uit eerbied voor deze mens
die als een mens om van te houden
onder ons geleefd heeft,
wil ik ook dit lichaam bewieroken.
Familieleden, vrienden van deze afgestorvene,
wij hebben in dit samenzijn
mogen luisteren naar het woord van de Heer;
het sprak ons van verrijzenis en leven.
En de eucharistie die we nu samen gevierd hebben,
heeft er ons aan herinnerd
dat ook Jezus zelf is gestorven,
verrezen en ten hemel opgestegen.
En dat dit ten goede kwam aan alle mensen,
ook aan hem/haar die we vandaag ten grave dragen.
We gaan dit dode lichaam begeleiden naar de laatste rustplaats.
Laten we dit doen als gelovige mensen,met het vaste vertrouwen in ons hart
dat God ook deze mens bestemd heeft
voor blijvend geluk.
Wij willen nu een teken van hoop stellen
bij dit gestorven lichaam.
De besprenkeling met doopwater
wil ons blijvend herinneren aan het doopsel
dat deze mens eens ontvangen heeft
en waardoor hij/zij deelachtig werd
aan het eeuwig leven en de verrijzenis.
De bewieroking wil ons vertellen
hoe dit leven welgevallig is aan God
en door Hem wordt opgenomen
om het te voltooien tot eeuwig geluk.
We hebben vandaag stilgestaan bij het leven van N..
We hebben afscheid genomen in Jezus' naamen het Brood gebroken met elkaar.
Het valt ons zwaar hem/haar nu te begeleiden
naar de laatste rustplaats.
Aan de goede God
willen we deze geliefde mens toevertrouwen.
Vanaf het begin van zijn/haar leven
toen het doopwater over hem/haar vloeide,
was hij/zij een kind van God.
Moge het licht van Gods aanschijn
voor altijd over hem/haar lichten
nu het duister van de dood
hem/haar aan onze ogen heeft onttrokken.
Moge de God van alle leven voor hem/haar
de poorten openen van het paradijsen ons die achterblijven en bedroefd zijn
troosten en bemoedigen.
Wij willen nu een teken van hoop stellen
bij dit gestorven lichaam.De besprenkeling met doopwater
wil ons blijvend herinneren aan het doopsel
dat deze mens eens ontvangen heeft
en waardoor hij/zij deelachtig werd
aan het eeuwig leven en de verrijzenis.
De bewieroking wil ons vertellen
hoe dit leven welgevallig is aan Goden door Hem wordt opgenomen
om het te voltooien tot eeuwig geluk.
We nemen afscheid van onze dierbare,
een afscheid dat geen afscheid voorgoed is.
We geloven immers dat Jezus Christus,
door eens uit de dood te verrijzen
ook onze dood heeft overwonnen.
In dit geloof hebben wij zo juist
met elkaar deze eucharistie gevierd.
Dat geloof geeft ons de zekerheid dat de mens,
die door het doopsel met Jezus verbonden is,
ook over de grenzen van de dood heen blijft voortleven.
Wanneer wij dit gestorven lichaam
naar zijn laatste rustplaats begeleiden,doen we dat met droefheid in ons hart.
Ieder afscheid stemt ons treurig.
Maar achter onze droefheid
blijft toch de glans van de hoop schijnen,
dat de liefde nooit sterven zal.
Zijn/haar liefde voor ons
en onze liefde voor hem/haar blijft bestaanen wij zullen elkaar eens weerzien
in de grote eeuwige liefde van God.
Troost elkaar dan met deze gedachte.
Wij willen nu een teken van hoop stellen
bij dit gestorven lichaam.
De besprenkeling met doopwater
wil ons blijvend herinneren aan het doopseldat deze mens eens ontvangen heeft
en waardoor hij/zij deelachtig werd
aan het eeuwig leven en de verrijzenis.
De bewieroking wil ons vertellen
hoe dit leven welgevallig is aan God
en door Hem wordt opgenomen
om het te voltooien tot eeuwig geluk.
Wij zijn hier samen
rond het gestorven lichaam van N.
Bij de kist brandt het licht van de paaskaars
als een teken van eeuwig leven,
en tedere bloemen tooien het gestorven lichaam.
Het licht van deze kaars en deze bloemen
willen ook onze dank uitspreken.
Dankbaarheid voor het leven
dat God zoveel jaren terug geschonken heeft aan N.
Dankbaarheid voor de belofte van eeuwig leven,
die God aan hem/haar wil vervullen.
Onze dank wil ook uitgaan naar al het goede
dat hij/zij in zijn/haar leven gekend heeft
en voor het geluk dat hij/zij
voor anderen en voor ons heeft betekend.
Wij willen nu een teken van hoop stellen
bij dit gestorven lichaam.
De besprenkeling met doopwater
wil ons blijvend herinneren aan het doopsel
dat deze mens eens ontvangen heeft
en waardoor hij/zij deelachtig werd
aan het eeuwig leven en de verrijzenis.
De bewieroking wil ons vertellen
hoe dit leven welgevallig is aan God
en door Hem wordt opgenomen
om het te voltooien tot eeuwig geluk.
Wij hebben stilgestaan
bij het leven van N.
We hebben in Jezus' naam
brood gebroken met elkaar.
Hoe pijnlijk dit alles ook is,
we mogen weten dat het juist daarom zo droevig is
omdat hij/zij zoveel voor ons betekent.
Nu moeten we hem/haar wegdragen
naar zijn/haar laatste rustplaats.(Crematie :We nemen nu afscheid van deze mens....)
Het is een machteloos gebaar
van gedwongen overgave.Maar we leggen er wat bloemen omheen.
Bloemen van woordeloze troost:
die zeggen dat wijzelf een beetje mee gestorven zijn.
Bloemen van woordeloos geloof:
die zeggen dat God zijn naam heeft gegeven aan dit gebeuren,
en dat we blijven vertrouwen
op leven in overvloed achter de einder,
zoals Noach genoeg had aan een palmtakje met hoop.
Want God zal ooit alles ten goede keren.Laat daarom de herinnering aan N.
voor ons heilig zijn.
Houd zijn/haar naam hoog in uw midden.
Put uit zijn/haar leven de kracht
om verder te gaan
en vooral: denk eraan dat hij/zij ons is voorgegaan
op de weg van de dood
en dat hij/zij wacht op ons
in de vrede van de eeuwige God.
Wij willen nu een teken van hoop stellen
bij dit gestorven lichaam.De besprenkeling met doopwater
wil ons blijvend herinneren aan het doopsel
dat deze mens eens ontvangen heeft
en waardoor hij/zij deelachtig werd
aan het eeuwig leven en de verrijzenis.
De bewieroking wil ons vertellen
hoe dit leven welgevallig is aan God
en door Hem wordt opgenomen
om het te voltooien tot eeuwig geluk.
9.
Hier staan we dan, aan de grens van Uw licht, in het zicht van de dood.
Wij herinneren ons de woorden die ons vertellen dat het leven verandert,
maar niet weggenomen wordt, dat niets of niemand verloren gaat.
In ons midden: een kist met een verstild lichaam,
maar vooral de herinnering
aan een gelief mens… (N), een naam die wij verder zullen uitspreken
met eerbied en genegenheid.
Wij bidden: God, herinner u zijn/haar naam,
schrijf hem in de palm van Uw hand.
Laat (N) voor altijd in U geborgen zijn.
Met tekenen zeggen wij, wat niet te zeggen is:
dat wij geloven in een leven dat niet afbreekt,
in verbondenheid doorgaat, in de verrijzenis.
Daarom zegenen wij dit lichaam met doopwater, als teken van leven
dat niet te stuiten is en omhullen wij je met wierook, uit eerbied voor jou
en voor wat God in jou aan het licht liet komen.
besprenkeling en bewieroking
Hier staan we dan, aan de grens van Uw licht, in het zicht van de dood.
Wij herinneren ons de woorden die ons vertellen dat het leven verandert,
maar niet weggenomen wordt, dat niets of niemand verloren gaat.
In ons midden: een kist met een verstild lichaam,
maar vooral de herinnering
aan een gelief mens… (N), een naam die wij verder zullen uitspreken
met eerbied en genegenheid.
Wij bidden: God, herinner u zijn/haar naam,
schrijf hem in de palm van Uw hand.
Laat (N) voor altijd in U geborgen zijn.
Met tekenen zeggen wij, wat niet te zeggen is:
dat wij geloven in een leven dat niet afbreekt,
in verbondenheid doorgaat, in de verrijzenis.
Daarom zegenen wij dit lichaam met doopwater, als teken van leven
dat niet te stuiten is en omhullen wij je met wierook, uit eerbied voor jou
en voor wat God in jou aan het licht liet komen.
besprenkeling en bewieroking
10.
Hier staan we dan, aan de grens van Uw licht, in het zicht van de dood.
We herinneren ons de belofte dat niets of niemand verloren gaat.
(N.), jouw naam spreken we hier uit en we vragen U God
dat U zijn/haar naam bewaart in de palm van Uw hand.
Laat hem voorgoed in U geborgen zijn.
We zegenen je lichaam met doopwater
als teken dat je gedoopt bent om te leven;
we omhullen je met wierook, teken van alle warmte en zorg,
leven gevende Liefde die woonde in je hart.
(besprekeling en bewieroking)
Heer, (N.) die wij dit uur voor het laatst in ons midden mochten hebben
geven we nu uit handen.
We willen hem/haar toevertrouwen aan Uw altijddurende liefde.
Gij, levende God, voor tijd en eeuwigheid.
N., we hebben je tot hier gedragen met onze handen
maar we bidden en geloven
dat de engelen jou nu van ons mogen overnemen.
Dat zij jou nu dragen naar het Licht van Gods durende liefde.
Zo moge Hij die louter licht is, jou en allen blijven dragen in Zijn zegen:
Vader, Zoon en Heilige Geest.
Amen.
Hier staan we dan, aan de grens van Uw licht, in het zicht van de dood.
We herinneren ons de belofte dat niets of niemand verloren gaat.
(N.), jouw naam spreken we hier uit en we vragen U God
dat U zijn/haar naam bewaart in de palm van Uw hand.
Laat hem voorgoed in U geborgen zijn.
We zegenen je lichaam met doopwater
als teken dat je gedoopt bent om te leven;
we omhullen je met wierook, teken van alle warmte en zorg,
leven gevende Liefde die woonde in je hart.
(besprekeling en bewieroking)
Heer, (N.) die wij dit uur voor het laatst in ons midden mochten hebben
geven we nu uit handen.
We willen hem/haar toevertrouwen aan Uw altijddurende liefde.
Gij, levende God, voor tijd en eeuwigheid.
N., we hebben je tot hier gedragen met onze handen
maar we bidden en geloven
dat de engelen jou nu van ons mogen overnemen.
Dat zij jou nu dragen naar het Licht van Gods durende liefde.
Zo moge Hij die louter licht is, jou en allen blijven dragen in Zijn zegen:
Vader, Zoon en Heilige Geest.
Amen.
11.
zoals we in deze viering volop hebben gedaan
het kan ook in een oersymbool als water
Water,
levensstroom, vruchtwater van de geboorte
water dat zuivert,
Water dat
in alle godsdiensten leven en dood met elkaar verbindtwater dat zuivert,
Wij
besprenkelen jou (N) met water
in de hoop en het geloof
dat jouw leven verdergaat dan deze dag
dat je met ons verbonden blijft
in die eeuwige stroom van leven
waaraan ook wij deelhebben in onze plaats op deze wereld
in de hoop en het geloof
dat jouw leven verdergaat dan deze dag
dat je met ons verbonden blijft
in die eeuwige stroom van leven
waaraan ook wij deelhebben in onze plaats op deze wereld
Wij
zwaaiden jou lof toe , voor het licht dat je in ons leven bracht
dat licht zullen we op onze beurt doorgeven
Zoals
wierook omhoog stijgt en zich verspreidt dat licht zullen we op onze beurt doorgeven
Zo willen we jouw herinneringen,
jouw vreugde en liefde verder dragen
en waardoor
jij voor ons
een blijvend teken geworden bent van je liefde.
een blijvend teken geworden bent van je liefde.
God, breng
hem/haar nu thuis in uw Rijk van vreugde
waaraan geen einde komt.
waaraan geen einde komt.
Bewieroking en besprenkeling van het lichaam
blijven wij achter.
Verdrietig, vertwijfeld onze kansen met jou voorgoed verkeken
Het waarom van jouw weggaan nooit uitgelegd.
Ons hart verscheurd door gemengde gevoelens.
Misschien dat wij op een goede dag mogen begrijpen
Onze adem hervinden, ons leven hernemen in de troostende gedachte
dat jij vrede hebt gevonden ,
Het verband
kunnen zien en jou plaats daarin
niet weg te
denken niet te
vergeten, niet te
vernietigen.Door niets en niemand.
Mag je eindelijk thuiskomen bij God.
Kom tot
vrede, herken onze liefde.
12.
Jij bent te vroeg gegaan
de weemoed vult nu onze dagenJij bent te vroeg gegaan
en de stilte die je achterlaat
is moeilijk om dragen.
Jij bent te vroeg gegaan,
je liefde, je vriendschap
was nog bezig en onvoltooid
daarom ben ik nu zo droevig.
Jij bent te vroeg gegaan,
wij staan onwennig bij jou.
We hebben geen woorden
voor de dood die jij ons gaf.
Wij hullen ons in stilte
en kijken elkaar vertederd aan
omdat we heel goed weten en kijken elkaar vertederd aan
jij bent te vroeg gegaan.
Wij hebben geen woorden
die in ons de stilte
vulten kijken uit naar een God
die ons in eeuwigheid hult.
Besprenkeling en bewieroking
13.
Hier staan we dan met N. voor het laatst in deze kerk.
N. een mensenkind, geliefd onder ons, geliefd bij God.
Zo geloven wij, zo hebben wij het ook uitgebeden.
Zoals water van geboorte aan het begin van dit leven heeft gestaan,
zo willen wij ook nu water sprenkelen
om de nieuwe geboorte te tekenen.
Omdat ieder mens – hoe onaf ook- tot Gods beeld en gelijkenis
geschapen is,
daarom willen ook dit dode lichaam met wierook eren.
Wij willen hem/haar nu uitdragen
naar haar/zijn laatste rustplaats.
Laten wij haar/zijn naam in ere houden.
Moge N. bij ons zijn in de dagen die komen;
God, wil daarin bij ons zijn.
Verdiep de eenheid die ons samenbracht in deze dienst
nu wij naar woorden zoeken
om voor elkaar een troost te zijn.
in de naam van de Vader, de Zoon en de heilige Geest.
Amen
14.
N.
We geloven graag dat je nu verenigd bent met je dierbaren
en dat je samen voor ons ten beste spreekt bij God.
We zijn u dankbaar voor de ruimte die we van jou kregen,
voor het vertrouwen dat we kregen.
N.
Zo mochten we je kennen.
Aan het begin van je leven kreeg je die naam.
Water ten leven was er toen je gedoopt werd.
Met water tekenen wij je nu je het leven hier voltooid hebt.
N.
We omringen je ook met wierook;
zoals velen je met liefde hebben omgeven.
En zoals rook opstijgt,
zo gaan onze gedachten en gebeden met jou mee, Godewaarts.
N.
Blijf geborgen in jouw naam,
blijf zo gekend en gezegend.
En laat er zegen zijn voor ons allen.
Moge Gods trouw en zorg met ons zijn.
(kruisteken)
Zo mochten we je kennen.
Aan het begin van je leven kreeg je die naam.
Water ten leven was er toen je gedoopt werd.
Met water tekenen wij je nu je het leven hier voltooid hebt.
N.
We omringen je ook met wierook;
zoals velen je met liefde hebben omgeven.
En zoals rook opstijgt,
zo gaan onze gedachten en gebeden met jou mee, Godewaarts.
N.
Blijf geborgen in jouw naam,
blijf zo gekend en gezegend.
En laat er zegen zijn voor ons allen.
Moge Gods trouw en zorg met ons zijn.
(kruisteken)
15.
Beste N.
Meer dan eens, nam jij afscheid van geliefden en vrienden.
Maar nu verlaat jij ons voor die laatste, grote reis.
Zonder reisplan, zonder ballast… helemaal bevrijd,
toegewend naar het oneindig licht
en gedragen door de Liefde van die Ene God
die gezegd heeft: ‘Ik zal er zijn.’
Laat Zijn woord jou tegemoet komen.
Laten Zijn armen jou omhelzen.
Laat Zijn kracht je helen.
En draag van ons mee, al het goede, al het schone,
al het ware dat we samen mochten delen.
God schiep de wateren en er ontstond leven.
Met dit gewijde water zegenen we je lichaam.
Moge het hier en nu teken worden
van nieuw, onaantastbaar leven.
Moge dit water je ogen doen zien
wat voor ons nog onzichtbaar is.
Moge het je ziel laven op weg naar de Goddelijke Bron.
Vol schroom en eerbied eren we je lichaam met wierook.
Om de mens die je was, door God bewoond.
Om je talenten die je ten dienst stelde,
om de kracht die je hebt uitgestraald,
om het mededogen dat je hebt getoond,
om de liefde die je heeft bewoond,
om het geloof dat je hebt aangevuurd,
om de weg die je gegaan bent,
om het loslaten dat je hebt geleerd,
om de overgave waartoe je kwam.
16.
We herinneren ons de oude woorden
dat het leven wel verandert, maar niet weggenomen wordt
en dat niets of niemand verloren gaat.
(N), hier bij jouw verstilde lichaam
spreken we je naam uit met eerbied en genegenheid
en wij bidden: God, laat hem/haar nu bij U geborgen zijn.
(zang)
Met enkele tekenen zeggen we
dat we geloven in het leven dat niet afbreekt
-verbondenheid die doorgaat- noem het verrijzenis.
Daarom zegenen we je lichaam met doopwater, teken van leven,
en we omhullen je met wierook
uit eerbied voor jou
en voor wat van God in jou mocht leven.
(N), je mag voor eeuwig leven.
God zal je geven een onbegrensd geluk in een onbegrensde tijd.
Maar wij, we zullen je missen.
De jaren van geluk, zijn nooit meer uit te wissen.
We zeggen je ‘A Dieu’, letterlijk: tot bij God.
Rust zacht.
God zegene en beware je.
(N), ten paradijse geleiden u de engelen.