1.
Heer onze God,
Wij hebben uw belofte om van te leven,
Uw woord om ons aan vast te houden.
Wat ons ook overkomen zal
Gij zult er in voorzien:
Gij weet wat goed voor ons is.
Wij vertrouwen ons aan U in hoop en vrees,
in goede en kwade dagen.
Wij bidden U dat wij, levend of dood
van U mogen zijn,
naar U genoemd en bij U geborgen,
vandaag en alle dagen
en in de eeuwen der eeuwen. Amen.
2.
Heer onze God,
en nieuwe kracht gegeven.
Wij danken U voor uw woord
dat ons zicht heeft gegeven
op een nieuw en onvergankelijk leven.
Laat deze dierbare N
voor altijd gelukkig zijn in uw Vaderhuis.
Help ons de leegte te overbruggen
door nog inniger met U en met elkaar verbonden te leven.
Vandaag en alle dagen
tot in de eeuwen der eeuwen. Amen.
3.
Heer onze God,
het is onze diepste wensHeer onze God,
de band te bewaren met deze afgestorvene
die van ons is heengegaan.
Daarom hebben we geluisterd naar uw woord.
Daarom hebben we gebeden
en onze droefheid en verwachting uitgezongen.
Daarom hebben we willen eten van uw Tafel.
Laat ons die band steeds vinden bij U,
die eeuwig leven belooft en geeft.
Wij vragen U: Blijf bij ons
vandaag en alle dagen
en in de eeuwen der eeuwen. Amen.
Goede God
dat we met N. niet langer lief en leed kunnen delen, valt ons zwaar.
Laat haar/hem nu wonen
in het spreken en zwijgen van ons hart.
Raak hem/hem aan.
Maar raak ook ons aan, opdat we verder kunnen gaan.
Geef ons de moed het leven weer op te nemen,
en in blijvende verbondenheid uit te zien naar een voltooide liefde,
eens en voorgoed bij U.
Door Christus onze Heer. Amen.
5.
Heer onze God,
Gij hebt ons troost geschonken
door uw levend woord.
Gij hebt ons gesterkt
met het Brood van eeuwig leven.
Schenk ons de kracht
om samen verder te gaan
en zegen N. die niet meer
met ons meetrekt.
Geef dat wij elkaar weerzien
in het huis waar Gij woont
met uw Zoon en de heilige Geest,
in de eeuwen der eeuwen. Amen.
6.
Barmhartige God
in deze viering erkennen wijBarmhartige God
dat Gij macht bezit over leven en dood.
De aarde met alles wat er leeft behoort U toe.
Zegen het werk van uw handen.
Bevrijd N. uit de leegte van de dood.
Bescherm ook ons leven
en schrijf onze namen
in de palm van uw hand,
zodat wij voor altijd uw volk blijven
in Jezus Christus, onze Heer. Amen.
Mijn God, bij U, ik ben altijd bij U.
Gij houdt mij vast,
Uw hand in mijn hand, alles zult Gij ten goede leiden.
Gij voert mij mee in uw gedachten.
Wat is de hemel voor mij zonder U?
Wat moet ik op aarde als Gij niet bestaat?
Al wordt mijn lichaam ook afgebroken,
al sterft mijn hart,
Gij zijt mijn rots, mijn God, de toekomst
die op mij wacht. (ps. 73)
Amen.
8.
Heer onze God, hoe mooier en rijker de herinneringen,
des te moeilijker valt het scheiden.
Laten wij, doorheen elk gemis, dankbaar onze herinneringen
bewaren aan N.
Help ons de mooie dingen uit haar/zijn leven mee dragen
als een kostbaar geschenk, als een onafneembaar bezit.
Dan zal de herinnering aan haar/hem
ons voortstuwen en bron zijn van vreugde
vandaag, en alle dagen van ons leven.
Amen.
9.
God, Vader van het leven
méér dan wij zoeken naar U,
zoekt Gij naar ons;
méér dan wij houden van U
houdt Gij van ons.
Help ons dit te geloven
wanneer het donker wordt in en rondom ons,
wanneer wij bang zijn om stappen te zetten
van het zekere naar het onzekere,
van de vertrouwde oever naar het ongekende diepe.
Sta ons bij en reik ons uw hand
als angst ons verlamt,
als tegenwind van binnen en van buiten
de tocht vertraagt of in vraag stelt.
Geef ons uw Zoon als herder en gids
op deze weg van overgave in geloof,
dat Hij ons leert met open hart en handen
dit zoeken naar U met elkaar te delen,
om U te vinden in en door Hem
die ons draagt en bemoedigt en die ons zegt:
‘Wees maar niet bang. Steek over. Ik zal er zijn.’
Amen.
10.
Wij noemen uw naam, Heer God.
Gij zijt een God van levenden, eeuwig en trouw,
op leven en dood, in goede en kwade dagen.
Doe ons uw woord gestand
en wees genadig voor onze doden
omwille van uw Zoon Jezus
die alles heeft volbracht,
die door U uit de dood is gered
en leeft bij U in eeuwigheid.
Amen.
11.
God, U bent mijn licht en mijn leven .
Voor wie zou ik bang zijn?
U bent het veilige huis waar ik woon,
Daarom ben ik niet bang.
Luister naar mij, God, wanneer ik U roep,
Kom bij mij en omarm mij.
U hebt gezegd dat ik Uw licht moet zoeken,
En dàt licht alleen moet volgen.
Zorg dat de dwaallichten mij niet weglokken van het goede spoor.
Laat mij niet los, blijf bij mij.
Zelfs als zou iedereen mij in de steek laten
Van U ben ik zeker, God.
U zal toch uw kind niet laten vallen.
Ik kijk uit naar U, Heer, ik weet dat U komt.
Wordt het moeilijk, geef mij een hand,
Zou ik vallen, draag me.
Ik zal nooit bang zijn voor de duisternis,
U bent mijn licht, ik wacht op u.
Amen.
12.
Leg me zachtjes in de koele aarde
nu ik de lengte van de dagen
niet meer hoef te dragen.
Dit lichaam is voorbij,
hoewel nog zwaar van liefde en verlangen.
Maar licht ook als een korrel zand
die meegenomen door de wind
alle gewicht verliest
om rust te vinden onder stille sterren.
Geef me die vleugels…maak me vrij God.
Maar herinner me;
verberg mijn naam niet tussen plooien van verdriet.
Bewaar hem als een handvest
of als een lied dat door je hoofd blijft spelen.
Zolang ik voort besta in tekens en verhalen,
zolang nog hoor ik bij dit leven.
(Kris Gelaude)
13.
Heer, Gij geeft ons aan elkaar
om van elkaar te ouden
en elkaars geluk te zijn op aarde,
en als we dat geworden zijn
neemt Gij ons weer van elkaar af
en houden wij daar enkel pijn aan over.
Aanvaard ons op dit moment zoals wij zijn
met ons groot (radeloos) verdriet
met onze vragen en aarzelend geloof.
Laat ons niet ten ondergaan in verdriet of bitterheid,
maar geef ons de kracht om ons te blijven toevertrouwen
aan het leven zoals Gij dat geeft.
En schenk aan N. die ons zo dierbaar is
uw geluk en uw toekomst.
We vragen het U, door Christus onze Heer.
Amen.
14.
Heer, onze God,
Gij, Woord dat was in den beginne
wees ook Licht dat schijnt in onze duisternis.
Voor N. die wij nu uitgeleide doen bidden wij U:
kom hem/haar tegemoet met liefde
en doe N. treden in het eeuwig licht,
om U te zien, van aangezicht tot aangezicht.
In kracht en in heerlijkheid,
met Jezus, Uw Zoon en onze Heer. Amen.
15.
God, wat wij met N. niet langer onze vreugde kunnen delen
valt ons zwaar.
Doe hem/haar nu vreugde kennen bij U.
Een vreugde die door niets of niemand kan ontnomen worden.
En laat ons vertrouwen niet doven,
maar onverwoestbaar zijn.
Amen.