nu we ons in verdriet sterk met elkaar verbonden weten
willen we onszelf bevrijden
van wat fout was in ons leven
tegenover God, tegenover elkaar,
maar ook tegenover hem/haar
die ons voorging op de weg van de dood.
2. Als iemand uit ons midden gestorven is,
beseffen
wij vaak plots hoeveel goede dingen
hij of zij deed
hij of zij deed
en hoe
goed zijn bedoelingen waren.
Dan doet
het pijn dat we
hem/haar
niet steeds begrepen hebben.Daarom willen we om vergeving bidden.
niet steeds begrepen hebben.Daarom willen we om vergeving bidden.
Heer,
ontferm U over ons.
Soms ga je als mens aan een ander voorbij,
Soms ga je als mens aan een ander voorbij,
zijn de
woorden van liefde te stil,
is het
gebaar van vreugde te klein.
Laat ons
niet zozeer zoeken begrepen te worden
maar te
begrijpen
en laten
wij onze handen openen en zeggen,
wat
schoon is zal ik bewaren.
Christus,
ontferm U over ons.
Het is goed dat wij op dit moment
elkaar
nabij weten,
dat we
mekaars handen kunnen vasthouden
en in
dit teder gebaar vragen:
als we
je ooit pijn hebben gedaan,
wil ons
dan vergiffenis schenken...
Heer,
ontferm U over ons.
3. Wat ik gewild heb,
wat ik gedaan heb,
wat mij gedaan werd, wat ongezegd
bleef,
wat onverzoend bleef, wat niet gekend
werd,
wat ongebruikt bleef, al het
beschamende: neem het van mij.
En dat ik dit was en geen ander,
dit overschot van stof van de aarde,
dit overschot van stof van de aarde,
dit was mijn liefde. Hier ben ik. (H. Oosterhuis)
4.
Hoe zouden wij U ooit
vinden, Heer,
als U ons zelf in onze droefheid niet tegemoet kwam?
Verlos ons van onze dwaalwegen en twijfels.
Heer, ontferm U over ons.
als U ons zelf in onze droefheid niet tegemoet kwam?
Verlos ons van onze dwaalwegen en twijfels.
Heer, ontferm U over ons.
Hoe
zouden wij U ooit kunnen zien, Heer,
als U onze nachten niet zou verlichten?
Verlos ons van onze blindheid om het goede
te blijven zien in mekaar.
Christus, ontferm U over ons.
als U onze nachten niet zou verlichten?
Verlos ons van onze blindheid om het goede
te blijven zien in mekaar.
Christus, ontferm U over ons.
Hoe zouden wij u ooit kunnen herkennen, Heer,
als U ons niet zou bevrijden uit onze angsten?
Verlos ons van onze moedeloosheid.
Heer, ontferm U over ons.
5.
Bij N. vonden mensen blijheid en warmte...
Omdat wij te veel vergeten dat een glimlach niets kost,
Omdat wij te veel vergeten dat een glimlach niets kost,
en slechts een ogenblik van onze tijd
neemt,
maar bij anderen soms een heel leven bijblijft,
vragen wij om vergeving...
Mensen deden nooit tevergeefs een beroep op N....
maar bij anderen soms een heel leven bijblijft,
vragen wij om vergeving...
Mensen deden nooit tevergeefs een beroep op N....
Dienstbaarheid was bij hem/haar
geen ijdel woord.
Omdat wij ons gemakkelijk onttrekken
aan onze verantwoordelijkheid tegenover elkaar,
vragen wij om vergeving...
De eerlijkheid van N. was een voorbeeld voor ons allen...
Omdat wij niet altijd even openhartig zijn,
ons dikwijls anders voordoen,
vragen wij om vergeving ...
Omdat wij ons gemakkelijk onttrekken
aan onze verantwoordelijkheid tegenover elkaar,
vragen wij om vergeving...
De eerlijkheid van N. was een voorbeeld voor ons allen...
Omdat wij niet altijd even openhartig zijn,
ons dikwijls anders voordoen,
vragen wij om vergeving ...
6.
Menselijke verhoudingen kennen goede en kwade dagen.
Hoe goed wij het als mens ook menen,
toch is de levensweg er één van vallen en opstaan.
Daarom is het zinvol dat wij bij het begin van deze viering
uit de grond van ons hart aan God en aan elkaar vergeving vragen.
Om het goede woord dat we niet hebben gezegd,
Hoe goed wij het als mens ook menen,
toch is de levensweg er één van vallen en opstaan.
Daarom is het zinvol dat wij bij het begin van deze viering
uit de grond van ons hart aan God en aan elkaar vergeving vragen.
Om het goede woord dat we niet hebben gezegd,
om de warmte die we
niet hebben gegeven,
om de tijd die we
niet over hadden voor elkaar.
Om het geduld dat we
niet altijd konden opbrengen,
om het oordeel dat we hebben geveld,
voor het onbegrip dat er soms was.
om het oordeel dat we hebben geveld,
voor het onbegrip dat er soms was.
Als moedeloosheid
ons overvalt,
als angstvalligheid ons verblind,
als ongeloof ons vertwijfelt.
als angstvalligheid ons verblind,
als ongeloof ons vertwijfelt.
7.Afscheid nemen van iemand en loslaten
kunnen wij alleen maar stap na stap, in
stilte en in eenvoud.
We buigen het
hoofd voor het mysterie waarvoor wij staan
en bidden om Gods kracht en zijn
mildheid…
Ga met ons, Heer, de weg van vallen en falen,
waarbij een ander niet altijd recht gedaan wordt,
naar een leven dat gave en overgave wordt aan mekaar en aan U…
Heer, ontferm U over ons...
Ga met ons, Heer, de weg van vallen en falen,
waarbij een ander niet altijd recht gedaan wordt,
naar een leven dat gave en overgave wordt aan mekaar en aan U…
Heer, ontferm U over ons...
Ga met ons, Heer, de weg van twijfel en wanhoop,
waardoor het leven zijn kracht kan verliezen,
naar bevrijding van alles wat ons beangstigt of onvrij maakt.
Christus, ontferm U over ons…
Ga met ons, Heer, de weg van verbittering en verstarring,
waardoor wij onbereikbaar worden voor mekaar,
naar een hart dan de ander nog meer wil liefhebben.Heer, ontferm U over ons...
8
Van de doden niets dan goeds...
Wat lijkt een mooiere afronding
dan iemand de hemel in te prijzen
en alles wat nog niet was
-maar had moeten zijn-
te verbergen op een stille plek in ons hart?
waar het met ons meegaat
als een vage, verre pijn?
Misschien is het goed
in het zicht van de dood
onvolkomenheid aan ons toe te laten,
de moeilijke weg van fouten en tekorten
met barmhartigheid onder ogen te zien.
Zien, dat mensen vorm krijgen
ook door hun fouten en tekorten;
zien dat mensen zich schuren aan mekaar
zoals diamanten gekloofd en gepolijst worden
tot edelstenen.
Is leven niet worden, groeien naar heelwording?
Is juist deze weerbarstige, ondoorgrondelijke weg
niet leerzaam en zinvol, ja, zelfs onontbeerlijk?
9.
Voor elke toegestoken hand die wij zelf niet wilden zien,
voor elke keer dat wij teveel met onszelf bezig waren.
Heer, ontferm U over ons.
Voor elke keer dat we geen ‘dank u’ konden zeggen;
voor elke keer dat we vast zaten aan ons eigen gelijk.
Geef God dat we een innerlijke vrijheid kennen die ons open maakt
voor anderen en voor God.
Christus, ontferm U over ons.
Voor de keren dat wij het kleine verdriet niet zagen,
voor de keren dat wij elkaar opeisten
in plaats van elkaar ruimte te geven.
Heer, ontferm U over ons.
als een vage, verre pijn?
Misschien is het goed
in het zicht van de dood
onvolkomenheid aan ons toe te laten,
de moeilijke weg van fouten en tekorten
met barmhartigheid onder ogen te zien.
Zien, dat mensen vorm krijgen
ook door hun fouten en tekorten;
zien dat mensen zich schuren aan mekaar
zoals diamanten gekloofd en gepolijst worden
tot edelstenen.
Is leven niet worden, groeien naar heelwording?
Is juist deze weerbarstige, ondoorgrondelijke weg
niet leerzaam en zinvol, ja, zelfs onontbeerlijk?
9.
Voor elke toegestoken hand die wij zelf niet wilden zien,
voor elke keer dat wij teveel met onszelf bezig waren.
Heer, ontferm U over ons.
Voor elke keer dat we geen ‘dank u’ konden zeggen;
voor elke keer dat we vast zaten aan ons eigen gelijk.
Geef God dat we een innerlijke vrijheid kennen die ons open maakt
voor anderen en voor God.
Christus, ontferm U over ons.
Voor de keren dat wij het kleine verdriet niet zagen,
voor de keren dat wij elkaar opeisten
in plaats van elkaar ruimte te geven.
Heer, ontferm U over ons.
10.
Laat Uw zachte licht helder schijnen God;
laat de eenzaamheid verdwijnen
en wijs ons de weg. Heer, ontferm U over ons.
Laat het kwade zichzelf verbranden;
laat Uw mildheid komen over alle mensen.
Laat Uw zachte licht helder schijnen God;
laat de eenzaamheid verdwijnen
en wijs ons de weg. Heer, ontferm U over ons.
Laat het kwade zichzelf verbranden;
laat Uw mildheid komen over alle mensen.
Christus, ontferm U over ons.
Wees de veilige Gids in een doolhof van keuzes.
Wees het licht in donkere tijden.
Heer, ontferm U over ons.
11.
Heer onze God, mensen worden aan mensen toevertrouwd
opdat ze van elkaar zouden houden.
We vragen om vergeving voor die momenten
waarop we onvoldoende aandacht hadden voor elkaar
en elkaar pijn deden. Heer, ontferm U over ons.
Mensen worden aan mensen toevertrouwd
opdat ze samen de weg zouden gaan, zoals Jezus het voordeed.
Wij vragen om vergeving voor al die keren dat wij naast elkaar leefden.
Christus, ontferm U over ons.
Heer, mensen worden aan elkaar toevertrouwd
opdat ze elkaar door het leven zouden dragen en steunen.
Wij vragen om vergeving voor al die momenten waarop we
verstikt door ons eigen ik, niet zagen wat anderen nodig hadden,
machteloos en wachtend op een woord van troost en bemoediging.
Heer, ontferm U over ons.
12.
Voor ieder woord teveel of te weinig, voor elk gebaar, te hard of te zacht,
voor iedere afwezigheid, voor het vergeefse wachten,
voor de tijd die we voor onszelf hielden?
voor de liefde die anderen van ons niet kregen, vragen wij:
omarm ons Heer, met uw vergeving.
Als het onherstelbare ons verlamt, vang ons dan op met Uw genezende kracht en met Uw genade. Amen.
13.
’t Is goed in ’t eigen hart te kijken
nog even voor het slapen gaan
of ik van dageraad tot avond
geen enkel hart heb zeer gedaan.
Of ik geen ogen heb doen schreien
geen weemoed op een wezen lei
of ik aan liefdeloze mensen
één woordeke van liefde zei.
En vind ik in mijn mijns harten
dat ik een droefenis genas,
dat ik mijn armen heb gewonden
rondom een hoofd dat eenzaam was,
dan voel ik op mijn jonge lippen
de goedheid lijk een avondzoen.
’t Is goed in ’t eigen hart te kijken
en zo zijn ogen toe te doen.
(tekst: Alice Nahon)
Wees de veilige Gids in een doolhof van keuzes.
Wees het licht in donkere tijden.
Heer, ontferm U over ons.
11.
Heer onze God, mensen worden aan mensen toevertrouwd
opdat ze van elkaar zouden houden.
We vragen om vergeving voor die momenten
waarop we onvoldoende aandacht hadden voor elkaar
en elkaar pijn deden. Heer, ontferm U over ons.
Mensen worden aan mensen toevertrouwd
opdat ze samen de weg zouden gaan, zoals Jezus het voordeed.
Wij vragen om vergeving voor al die keren dat wij naast elkaar leefden.
Christus, ontferm U over ons.
Heer, mensen worden aan elkaar toevertrouwd
opdat ze elkaar door het leven zouden dragen en steunen.
Wij vragen om vergeving voor al die momenten waarop we
verstikt door ons eigen ik, niet zagen wat anderen nodig hadden,
machteloos en wachtend op een woord van troost en bemoediging.
Heer, ontferm U over ons.
12.
Voor ieder woord teveel of te weinig, voor elk gebaar, te hard of te zacht,
voor iedere afwezigheid, voor het vergeefse wachten,
voor de tijd die we voor onszelf hielden?
voor de liefde die anderen van ons niet kregen, vragen wij:
omarm ons Heer, met uw vergeving.
Als het onherstelbare ons verlamt, vang ons dan op met Uw genezende kracht en met Uw genade. Amen.
13.
’t Is goed in ’t eigen hart te kijken
nog even voor het slapen gaan
of ik van dageraad tot avond
geen enkel hart heb zeer gedaan.
Of ik geen ogen heb doen schreien
geen weemoed op een wezen lei
of ik aan liefdeloze mensen
één woordeke van liefde zei.
En vind ik in mijn mijns harten
dat ik een droefenis genas,
dat ik mijn armen heb gewonden
rondom een hoofd dat eenzaam was,
dan voel ik op mijn jonge lippen
de goedheid lijk een avondzoen.
’t Is goed in ’t eigen hart te kijken
en zo zijn ogen toe te doen.
(tekst: Alice Nahon)
14.
Waar is het woord dat ik niet sprak?
Waar is het woord dat ik niet sprak?
De kus die ik niet gaf?
het gebaar dat ik niet maakte?
de knipoog die ik niet schonk?
de hand die ik niet uitstak?
Vader, vergeef mij mijn schuld
Waar is het woord dat ik niet hoorde?
het gebaar dat ik niet zag?
de hand die ik zocht, maar niet vond?
Vader, vergeef mij mijn schuld
zoals ik ook vergeef aan mijn schuldenaren.
15.
Elke dood, elk overlijden doet ons nadenken over het leven,
over de manier waarop we samen met anderen bestaan.
Niemand leeft voor zichzelf alleen.
Richten we ons tot God, de Vader van liefde en erbarmen.
Heer, bij elk afscheid voelen wij ons klein.
We drukken onze spijt uit omdat we te veel begaan waren
met dingen zonder belang. We hadden beter kunnen doen.
Heer, ontferm U over ons.
Christus, we waren niet altijd beschikbaar wanneer de ander ons nodig had.
Sta ons bij en help ons voor elkaar tot steun en troost te zijn.
Christus, ontferm U over ons.
Heer, we twijfelen soms dat Uw Zoon het blijvende leven bracht.
Laat ons vertrouwen dat Uw liefde niet toelaat
dat iemand uiteindelijk verloren gaat.
Heer, ontferm U over ons.
het gebaar dat ik niet maakte?
de knipoog die ik niet schonk?
de hand die ik niet uitstak?
Vader, vergeef mij mijn schuld
Waar is het woord dat ik niet hoorde?
het gebaar dat ik niet zag?
de hand die ik zocht, maar niet vond?
Vader, vergeef mij mijn schuld
zoals ik ook vergeef aan mijn schuldenaren.
15.
Elke dood, elk overlijden doet ons nadenken over het leven,
over de manier waarop we samen met anderen bestaan.
Niemand leeft voor zichzelf alleen.
Richten we ons tot God, de Vader van liefde en erbarmen.
Heer, bij elk afscheid voelen wij ons klein.
We drukken onze spijt uit omdat we te veel begaan waren
met dingen zonder belang. We hadden beter kunnen doen.
Heer, ontferm U over ons.
Christus, we waren niet altijd beschikbaar wanneer de ander ons nodig had.
Sta ons bij en help ons voor elkaar tot steun en troost te zijn.
Christus, ontferm U over ons.
Heer, we twijfelen soms dat Uw Zoon het blijvende leven bracht.
Laat ons vertrouwen dat Uw liefde niet toelaat
dat iemand uiteindelijk verloren gaat.
Heer, ontferm U over ons.
16.
Omdat een mensenleven grote en kleine kanten heeft,
omdat we tegenover onze overledene en tegenover elkaar
soms gefaald hebben, bidden we bij het begin van deze viering
om Gods genade en ontferming.
Heer, ontferm U over onze handen. Over onze woorden die wij niet
In daden hebben omgezet.
over de momenten waarop wij elkaars handen zochten en niet vonden.
over de momenten waarop wij elkaars handen zochten en niet vonden.
Heer,
ontferm U over ons.
Christus, ontferm U over ons hart, over onze goede bedoelingen
en onze goede wil; over onze dromen en idealen, over onze beloften.
Christus, ontferm U over ons hart, over onze goede bedoelingen
en onze goede wil; over onze dromen en idealen, over onze beloften.
Christus,
ontferm U over ons.
Heer, ontferm U over onze verbondenheid. Over ons bezorgd zijn om elkaar; over ons aanvoelen van elkaar. Heer, ontferm U over ons.
Heer, ontferm U over onze verbondenheid. Over ons bezorgd zijn om elkaar; over ons aanvoelen van elkaar. Heer, ontferm U over ons.